89 Onder versterking versta ik niet alleen de verdedigingsmid delen tegen een vijandelijken aanval, maar ook de kustver dediging tegen de macht der golven. Wat de eerste aangaat, alle schrijvers en naschrijvers be weerden, dat Vlissingen eerst in 1489 zijn poorten, muren en wallen verkregen heeft. Deze bewering sproot voort uit het verkeerde denkbeeld, dat het in 1315 reeds aanstonds even groot was als in 1489. Na de uitbreiding in dat laatste jaar had men drie land- poorten. Terwijl de twee eerste goed pasten bij den toestand vóór de vergrooting, kan de derde eerst tijdens of na deze gesticht zijn. Anders had deze poort geheel op zich zelve buiten de stad op Westsouburgsehen grond gestaan. De eerste of Westpoort daarentegen zou, als zij eerst in 14S9 gesticht ware, op een zonderlinge plaats, aan den zee dijk, opgebouwd zijn. In haar oudste gedaante moet zij op getrokken zijn, voordat de dijk aldaar was aangelegd en de zee dien dijk bespoelde. Dit is vóór den uitslag van het jaar 1396 of althans voor dien van 1439. Aroor die jaren gaf zij westwaarts toegang tot de landerijendie in die jaren door de zee zijn weggespoeld. Ware zij eerst in 1489 gesticht, dan zou men haar zeker gebouwd hebben ter plaatse, waar men in het jaar 1540 de Middelburgsclie poort, als toegang tot Oud-Vlissingenheeft doen verrijzen. Wat leest men nu in het Kronyk-register van Izaak Abra- hamsen 'jDit: "A° 1489 heeft Maximiliaïiüsde 33ste grave van Zeelanddese stad nog al doen vergrootenmet het uytgraven van een veste, en die voorzien met muuren, wallen en een poorte, die nog lange de oude Rammekenspoorte ge- noemt wierdeen wierd al tamelijk sterk gemaekt tegen den aenval der vyanden." Abrahamsex, in het jaar 1717 2) krankbezoeker te Vlis- Aldaarblz. 109. 2) Het jaar, waarin het Kronyk-register werd gedrukt te Middelburg by Willkboord Eling boekdrukker in de Lange Giststraat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 227