103 koor; want een front naar het noorden strookt niet met de rooilijn van de St.-Jaeobstraat en de Bioolstraat. Ook in de rooilijn van den zuidelijken zijmuur der kerk is bij deze rioleering muurwerk gevonden, namelijk in de Branderijstraat, voor perceel G 103, nu 18. Daar vond men twee evenwijdige muren, 3 Meters van elkander, met een dwarsmuur aan bet oosteinde, terwijl de muren drie mop- steenen of 0,66 M. dik warennagenoeg de dikte van den kerkmuur tusschen den huidigen consistoriegang en de kerk. Als men deze vondsten in kaart brengt, heeft men alle re denen om ze met elkaar in verband te brengen, wijl het alle parallelle of haaksche lijnen zijn. Eerst dacht ik aan een grootere lengte van de kerk uit den vroegsten tijd in den vorm van een Grieksch kruis 1omdat de buitenlijnen der gevonden muren juist in de verlenging van de kerkmuren gebouwd zijn. Maar aan de zuidzijde miste men drummersdie er dan zouden moeten gevonden worden. Een nog oudere kerk te onderstellen gaat ook niet op. Dan immers moest de lengtelijn van west naar oost en niet van noord naar zuid loopen. Een particulier gebouw was het even min; want het stond binnen den ringmuur van het kerkhof en was een te zwaar gebouwd pand voor een particuliere woning. Er blijft niets anders over dan, om zijn dikke muren zijn drummers en zijn plaats binnen den ringmuur, hetzij aan een kloosterhetzij aan een pastorie te denken Behalve het klooster der Carmelieten en het Begijnhof vindt men geen geestelijke gestichten in Vlissingen bewezen. Is het een pastorie geweest, dan laat zich de verplaatsing verklaren De pastoor kon de oude niet verlaten, voordat de nieuwe pastorie, in 1503 vermeld, was opgebouwd. Eerst dan kon men de oude afbreken en aldaar na 1578 aan de Lepelstraat huizen zetten 3). Doch overmits nog te weinig Zooals de kerken van Veere en Dordrecht. 2) Het tweede huis, achter de bakkerij van de weduwe De Munck wijk G,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 241