105 677 gemeten 26Z1/. roeden bij de breedte of 512 gemeten 200 roeden steenschieteus in Vlissingen kon doen boeken. Hiervan lagen er in 1331 en 1342 binnen de stad 39 ge meten 2671 roeden en volgens de grafelijke rekening van 13741376, nog 11 gemeten in het molenwater. De helft van het nog zelfstandig gebleven ambachtsdeel van Simon Janss. l) de 37 gemeten 19 roedensteenschietende 24 gemeten 213 roeden, die van Gillis Büuuins Simons (Ja.nsz.) waren ging tusschen de jaren 1348 en 1350 ook op den graaf over, die in het laatstgenoemde jaar in Vlis singen ten zijnen name 709 gemeten 154' roeden, steen- schietende 537 gemeten 113 roeden, op de steenrol had -) De graven uit de huizen van Holland, Henegouwen en Beijereu bezaten onafgebroken dit ambacht en betaalden daar voor bij de beden, nu eens onder den naam van «Dominus Comes", dan onder dien van «Mijnhere die Grave" en dan weder als ijti lieve of geduchte Here van llollant" s). Een nieuwe toestand ontstond weldra voor de ambachtsheer lijkheid. an den tijd van Eumis V af was zij onder de heerschappij der graven geweest. Den IS Februari 1114 gaf Willem VI van Beweren het oude en het nieuwe - het oorspronkelijk gekochte en het later door aankoop of verbeurd verklaring verworven ambachtdeel van Vlissingen met de lage en hooge heerlijkheid als /.eeuwsch leen aan Louf.wijk zijn bastaardzoon 4 Toen hertog Jan van Beijeiien door keizer Sigismond met Zie hiervoor op blz. 48. In de grafelijke rekeningen komen op Vlissingen voor Maude Simonsz. en Gillis Boudins Simonsz., ieder voor een gelijk aantal gemeten. Tn de rekening van 13181332 worden zij op Koudekerke ook ver noemd en de zonen van Maude heeten in die rekening van 1357 1379 „Symon en Heynrtc Maude Simon Jans kindere". Simon Jansz. was dus de gemeen schappelijke stamvader. -) Vrij bleef nu nog het deel van Maude Simon Jansz., waarover in 't volgend hoofdstuk zal gehandeld worden. J) Zie de Grafelijke rekeningen over de jaren 13311414. 4) Akte d.d. 18 JFebr. 1414. Zie Reg. kamer v. Holl. cap. Zeel., fol. 27.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 243