107
hij ten onrechte nit zijn heerlijkheid Vlissingen ontzet was
Philips de goede had haar in 1440 aan zijn natuurlijken
zoon Coknelis van Boühgondië opgedragen. Ook Middelburg
wilde annexeeren en zond uaar Pieteii de Leestemaker,
's graven rentmeester-generaalom hem te spreken "roerende
van Vlissinghenwante de stede ghaerne ghehadt hadde in
pachte" 2).
Berst in 1452, toen Coknelis van Boürgondik bij Rupel-
monde gesneuveld was, verkocht hertog Philips de heerlijk
heid aan Hendrik van Borssele, ofschoon zij bij de bede
nog ten name van den graaf staan bleef, ook zelfs in 1480
nadat zij in 147 7 op 1 Mei reeds van losbaren in eeuwig-
dureuden koop veranderd was 3).
Als onsterflijk leen ging zij van Hendrik op Wolfert
van Borssele over en van hem op Anna van Bohssf.le en
haren man Philips van Boukgondië 4), die haar bij de
uitbreiding der stad in 1489 nog in bezit hadden.
2. Het ambachtsdeel van Maude
Sy m on s (J ansz.)
Er was nog een klein ambachtsgedeelte dat niet gekomen
was onder 's graven macht. Het was de andere helft van
Simon Jans ambacht, mede 37 gemeten 19 roeden groot 6).
Het werd genoemd: het ambacht van Maode Symons.
Hit ambacht bleef in de beden op Maude Symons staan,
Inv. arch. Vlissingen blz. 66 n°. 528b.
2) Stadsrekeningen van Middelburg door Kesteloo I blz. 91 (261).
3) Rijksarch. Zeeland, Grafelijke rekeningen voor de jareu 1469, 1470,
1474, 1480.
4) In de Grafelijke rek. d. A° 1490 staat het ambacht ten name van „heer
Philips van Bourgonguen heere van Beveren van der Vere, enz. voir hem
zeiven ende als kerckelick voecht van vrouwe Anna van Borssele zine ghesel-
nededie heer Wolffaerts van Bokssele, huers vaders, waren, nair uutwysen
des voorss. rentmeesters nye rekenninghe, bi der breede 270 gemeten 106 roeden,
die st. sc. 2071/2 gemeten 42 roeden"
Zie hiervoor blz. 105 en Hamaker Iblz. 271366.