Ill 113 roe, en het blok aan de Oostzijde Oude-Vlissingen dorp 9 gemeten 266 roe, te samen 40 gemeten 79 roe. Op de steenrol staan maar 37 gemeten 17 roe aangetee- kend. Dit verschil brengt geen bezwaar in tegen het boven staande, omdat nergens de poidergrootte en de grootte op de steenrol gelijk is, maar er overal nog overambacht ge vonden wordt boven het ten steenrol beschrevene. Nu is ook helder de omschrijving van het vijfde blokdat hiervoor op bladzijde 17 beschreven wordt //sonder Ravesteyns- ambacht", ook Rhalaix-ambacht genoemdwaarvan een deel in dat vijfde blok lag en het ander deel in de heerlijkheid Bonendijke. 3. Huizen, stichtingen en werken. Het tijdperk van 1315 tot 1489 is ten opzichte van de verschillende zakendie er in voorkomenzeer gevoegelijk in twee tijdvakken te verdeelen het eerste tijdvak tot den grooten watervloed van het jaar 1439; het tweede tijdvak tot de uitbreiding en versterking der stad in 1489. Deze verdeeling is vooral noodig, omdat in dit tijdperk niet dan bij uitzondering een stichtingsjaar vermeld kan wordenen men bij de beschrijving tot vermelding van het tijdvak beperkt blijft Eerste tijdvak: van 1315 tot 1439. Behalve de kerkde pastoriehet hospitaal en het steen- huis van Oud-Vlissingen, reeds in het tweede hoofdstuk door mij beschreven 1)wordt ook melding gemaakt van een kosterij en een Noordwerf. Over de kosterij heb ik slechts één akte aangetroffen, te vinden bij Van Miebis III bladzijde 71, d.d. 17 November 1358, luidende: //Aelbrecht, enz., doen cont allen luden, Sïmonsz. voor de „herevaert te Huesdaen" in 1318 betaalt. De hoeve was zeker „gewijsd" op een ander. Zie Hamaker Iblz. 18. Zie hiervoor blz. 2831.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 249