115
Deze Pieter was denkelijk een kleinzoon van den voornoemden
naamgenoot en was koopman te Vlissingen. Den 30 No
vember 1649, toen hij ook raad der stad was, wordt hij ge
noemd in een procuratie voor 't weeskind van P. J. Note-
boom, waarin ook schipper Micbiel Adriaenszoon Euytee
betrokken was x). Hij stierf in 1651. Zoo is het mij gelukt
het tolhuis te hervinden, naar de plaats, waar het stond, te
oordeelen hetzelfde, dat meester Lam gepacht had 2).
Behalve den grafelijken tol was nog als domeingoed van
den graaf te boeken de z. g. hoofdtol of penningtol,
dien men met den voornoemden soms samen verpachtte. Dit
blijkt uit deze woorden'/Item meister Lam van den tollen-
huse te Vlissinghe",huis of huizen van de tollen meer
voud. In 1329 werd de penningtol afzonderlijk aan Pietbr
Aokerman verpacht. In 1331 huurde Jan Heynrix s. weder
de beide tollen. Ln 1332 bezaten Jan Pieters en Pietbr de
klerk Pieter van Vlissingen 's heeren klerk? de pacht
van beiden, terwijl in 1341 Pieter Symons, Pieter van der
Boede, Martin Lams s. en Heine Quicke samen de pacht
van 's graven tol met den penningtol nu penningleen ge
noemd in pacht hadden 3).
De hoofdtol per man geïnd aan het havenhoofd was
een heffing boven den prijs van het veergelddat den pachter
van het veer van ieder, die met de veerschuit naar Vlaan
deren overstak, toekwam. Hij werd ook geheven van allen,
die met andere schippers overvoeren, en gebracht in het tol
huis.
De Coustamen ordonneeren//alle schippers, varende op Vlaan
deren, zyn schuldich den pachter van den hooft tol te con-
tenteeren eer zy van lande varen, des vermaent zynde, op de
Ned. Spectator 1907De Ruyternovnmerblz. 113.
2) Volgens Walch. Arcadia II, blz. 118 is de tol later naar 't huis van den
bieraccijs verplaatst, dat in 1615 gesticht is. (JSxtr. Resolutieboek Vlissingen,
blz. 40.) Ook vermeld in 't lidmatenboek op September 1659.
3) Grafelijke Rekeningen dier jaren.