116
boete van thien schellingen grootenhalff den heere en half
den pachter" x).
In 1420 vermaakte Lodèwijk natuurlijke zoon van graaf
Willem VI, als heer van Vlissingen, '/den sonnendach mid-
vasten als men in de kercke zing(t) het Laetare, geheeten
die dach der rosen", aan het Dominicaner klooster te's Graven-
hage als aalmoes zeker hoofdgeldvoortspruitende uit de op
brengsten van het veer te Vlissingen 2).
Den 18 October 1580 wordt medegedeeld, dat de hoofdtol
van de passagiers, die overvaren naar Vlaanderen, niet meer
geheven worden zalom reden het pausdom nu geëxtirpeerd
isen die tol opgesteld geschonken was ten profijte van
de monniken genaamd'/de predicaren in den haegen" //tot
een deuyt over elk overvarende" 3).
Nochtans, zegt het negende artikel van De voorwaarden,
waarop Vlissingen verkogt is, van den 27 Juni 1581, sal den
cooper nog volgen de hoofdrollen lees hoofdtollen tot
laste van de passagiers uyt de stad Vlissingen, in Vlaanderen
overvarende" 4).
Het accoortby zijn Excellentie aangegaan mei burgemeesters
schepenen en raad der stad Vlissingen binnen Brugge op den
31 Juli A." 1582, bevat de volgende pacificatie //Ende hoewel
den hoofdtol is een eerlijke parthij van de domeijnen, dat ook
denselven zowel als het molster tot het sesthiende vat het welke
over het regt van de maalderije van alle oude tijden betaalt
en gegeven is geweest, ons met den coop toekomt, nogtans
reguart nemende op den tegenwoordigen benauwden tijd so
hebben wij om onse goede gemeente te soulageerengecon
senteerd zo wij bij deesen consenteeren in de vermindering
van hetselve molsternaar volgende de conditie van de laatste
l) Coustumen van Vlissingencap. IV Van 's Eeeren boete ende breucken
art. 84.
a) Bijdr. Geseh. v. h. Bisd. van Haarlemdeel 13 blz. 358.
3) Inv. O. archief Middelburg, n°. 2866; Westpoortblz. 21 en 383.
4) Costumen van VlissingenH. S. in folion°. 20, blz. 168.