126 n°. 232, 14 Mei 1446: «Jacob van Heenvliet van Cat- tendiick baillin van Middelburgbekent van de stad te hebben ontvangen de som van vier pond grooten op het restant van het groot per gemet van de poorters landen daarop gesteld tot bestrijding der kosten van het houten hoofd te Vlis- singen"; n°. 234, 1 Juni 1446: «Quitantie van Jacob van IIeenvliet, als boven, wegens de ontvangst van drie ponden gr."; eindelijk nog n° 241, 20 Maart 1447/6een//Quitantie van Jacob van Heenvliet, als voren, wegens de ontvangst van 12 pond, 18 schellingen en 4 gr. Vis. als achterstallen in den omslag van een groot per gemet voor het houten hoofd te Vlissingen". Hieruit ziet men, dat benevens over het houten hoofd het Westerhavenhoofd ook gesproken wordt over het werk. Dit //were" heeft men te zoeken én hier én aan de Westsou- burgsche kustalwaar in 1443 de nieuwe inlaag «beoosten Vlissingen" werd aangelegd T). De haven van Vlissingen en de inlaag in Westsouburg moeten in dat jaar voltooid zijn; want n°. 221 van het O. arch, van Middelburg heeft op 20 April 1444 geboekt«Filips 1 van Bourgondië vergunt aan Vlissingen tot onderhoud der havens, bruggen, kaaien, houten hoofden enz. het heffen van eene belasting op den haring, die tusschen Westkapelle en Welsingehaven nergens anders dan te dier stede aangevoerd en verkocht mag worden". Zoo volgt het onderhoud op het werk. De wording van de Engelsche haven en het jaartal van die wording, 1443, zijn hierdoor aan het licht getreden, beiden tot heden nog onbekend geweest. De legende van een in ham -), misschien ontleend aan de zeer foutieve kaart van de wording van de Engelsche haven, die in 1315 nog niet bestond en op de Kaart van Van Deventer c. 1550 gevonden wordt, zonder dat ik ergens elders van zijn ontstaan melding gemaakt vond. Kesteloo, Stadsre/c. Middelbuvg I, blz. 253; hiervoor, blz. 12. a) Deze inham, volgens de kaart bij Smallegange door een landtong gevormd

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 264