127
1500 (sic) bij Smallegange is hierdoor in het ware licht
gesteld.
De kade is voor dien tijd buitengewoon breed aangelegd.
Ik vermoed, dat wegens den stormvloed eerst een inlaagdijk
achter den Oudendijk tusschen de tegenwoordige huizenrij en de
boomen is aangebrachtdaarom Hieuwend ij k geheetendat
onder de binnenglooiing van dien dijk het grootste gedeelte
van het bagijnhof bedolven werdzooals ik reeds vermeld heb
dat men daarna, bij wijze van grondbergiugmet de aarde
uit de te maken //Nyeuhaven" nu de Engelsche haven
de kade van de boomen tot aan den havenkant gevormd
heeften dat alzoo de toestand tot stand kwamzooals men
hem nu nog aanschouwt. Zoo alleen wordt aldaar de voor dien
tijd buitengewone breedte van de kade verklaard.
Waar vroeger het Sluisje in de Koopmanshaven uitliep,
voor het tegenwoordig Rondeel, maakte men in dien tijd of
later «den Biervlietschen steiger" tusschen vden boom" van
het Hoofd ten oosten en *het groote bolwerk" de tegen
woordige Kotonde ten westen J). Aan den zuiddijk van
de Engelsche haven kwamen er hellingen voor scheepsbouw.
De zate aan die zijde van de kil diende om haar meerdere
breedte tot een geschikte gelegenheid om de schepen te tim
meren of te calfaten boven watertenzij men ze om te pikken
of te teeren binnen zonneschijn aan de (scheeps)bank bracht
bij den boom 2). Het Sluisje was verdwenen; alleen de naam
zou blijven voortleven bij het nageslacht 3).
De suatie moest nu een andere richting verkrijgen. Het
oude schuitvlot werd ingekort. Het vervallen deel werd eerst
een sloot achter de huizen van de Bellamykadedaarna een
paar straatjes, de Provooststraat en de Sarasijnstraat genoemd.
wordt door den heer Winkelman, blz. 27, regel 3 aangehaald, maar was volgens
Kaart n°. 3492 een havendijk, kunstmatig aangelegd.
Coustumen (A.0 1763) cap. IV, art. LXXXV, blz. 46.
2) Idem cap.-IV, art. XCblz. 48.
3) Winkelman, blz. 13 en 250; Vlies. Eeuwvreugde (uitvoeriger), blz. 225229.