1.30
leidelijk op de elf bij de bebouwde stad getrokken gemeten
gronds voort.
De Oostzijde Bellamypark oostzij is licht reeds in een
vorig tijdvak bebouwd. Langs of dicht bij den Cornelis-Aerts-
weg werd een straat aangelegd. Men noemde haar naar die
boomrijke buurt het Groenewoud. De weg langs het voor
malig begijnhof werd ook bebouwd en Nieuwstraat geheeten.
Deze liep westwaarts breed op de sloot het oude suatie-
kanaal en daarover langs een nauw slopje op de Oost
zijde uit.
Tusschen de huizen der heeren Weyens en Cedlen
Bellamypark n°5 18 en SO is onlangs onder de straat nog
een kelder gevonden en daarin een Keulsche inmaakpot. Een
blijkdat daar nog een huis gestaan heeft en slechts een
slopje of brandgang tusschen de huizen overbleef, dat den
voornoemden toegang Daar de Oostzijde verleende.
Van het begijnhof moet er een pad naar de kerk geloopen
hebben. Men hervindt het in het later verbreede Adriaen-
den-Dortsmans-slop en in dat deel van de Lepelstraatdat
nu in het Vierwindenplein is verdwenen.
West langs het begijnhof liep een weg naar den Nieuwendijk.
Hij veranderde bij de bebouwing in een steeghet Lau-Hey-
mans-slopken - nu Lombardstraat genoemd.
Door dit slop kwam men op den Nieuwendijk. Daar vindt
men nu nog de Arnemuidsche visschers. Daar liet men toen
ten behoeve van de gemeene visscherij het z. g. Kerkenhuis
bouwen om al het gereedschap als: ankers, touwen, netten,
masten, roeren, riemen enz. te bergen. Tot onderhoud daar
van betaalde men een zekeren tol x).
Dit zal wel doelen op den haringtol, den 20 April 1444,
dus juist na de vorming van de vNyehaven", geauthoriseerd
O. Archief Middelburgn°. 75, onder n°. 14 bevattende 't Quoyer der
huizen en erven binnen Vlissingen aan de geestelijkheid toekomendeovergedrukt
als bijlage in bet Verslag over het Oud Archief te Vlissingenjaargang 1905.