138
van Matthijs Cannoye, later van het stadhuis-terrein. Hier
heeft men de vleeschbankendie in de resolutie van 16 Mei
1582 voorkomen, te zoeken.
Een weekmarkt op dit langwerpig vierkant plein kan men
zich nu duidelijk voorstellen.
't Is Vrijdag, de 20ate dag van Bloeimaand, St.-Bernar-
dinus-dag van het jaar onzes Heeren 1485. De landlieden
komen voorbij de kerk en de pastorie van Oud-Vliesingen en
zoo langs den zeedijk en het molenwater door de Westpoort
in de stad. Terwijl de boeren in het Keysersslop en in het
Broer-Aernoutsslop hun paarden ontspannen kunnenrang
schikken de boerinnen zich in twee rijen en zetten hun manden
vol groente, fruit en boter voor zich neer
De eene rij reikt van de Schoolstraat tot bij de Breewater-
straat, de andere van nabij de Weststraat langs den voormuur
van het Carmelietenklooster 2). Van hier af tot bij de winkels
kuieren de graankoopers langs de boeren, die daar zich met
hun zakken graan posteeren en op deze /■/Koornmarkt" aan
raking zoeken met de kooplieden 3) om dan officieel op »de
Burse" oost aan de Markt opgericht, hun zaken te beklinken 4).
Van daar af hebben op de Hoog- of Breestraat de vleesch-
houwers volgens de Coustumen der stad E) hun kramenstallen
of banken opgesteld, terwijl de baljuw, Wouter van Dom
burg, de burgemeesters en de schepenen 6) zich spoeden naar
het stedehuis ten behoeve van de Vrijdagsche rolle van de wet 7).
Zie bladzijde 135.
Nog in onzen tijd zaten zij zoo in twee rijen op de Markt, doch wijl het
klooster er met meer was, rij tegenover rij dichter bijeen.
J) Coustumen van 1763, blz. 37, Cap. IV, art. LUI.
4) Zoo verklaar ik het bestaan van een koornmarkt en een beurs terzelfder tijd.
5) Coustumen van 1763blz. 37 Cap. IV artt. LI en LIL
6) De burgemeesters en schepenen van Vlissingen tusschen de jaren 1477 en
1490 zijn onbekend, althans op de lijst van J. W. te Mater niet vermeld. Zou
de overrompeling van 1485 niet de oorzaak kunnen zijn, dat het Resolutieboek
over dit belangrijk tijdvak, waarin ook het jaartal 1489 voorkomt, zoek geraakt is?
7) Coustumen van 1763 blz. 2 en 3, Cap. I, artt. IV en V.