140 Domburg in de sacristie. De losprijs, gegeven om de plaats van brandstichting te verschoonen, baatte niet. De roode haan vertoonde zich boven het dak van menig huis. De veeren werden uit de tijken gedaan en de geroofde schatten en klei- nooden daarin geborgen en weggevoerd. De aanzienlijksten der stad werden als gijzelaars medegenomen. Zoo hadden de Sluizenaars vroeger reeds in andere deelen van Zeeland huis gehouden 2); zoo deden zij ook hier. Geheel onverwachts was deze overrompeling aan de stad niet overkomen. Reeds op den 9den Mei had heer Maximi- liaan van Oostenrijk aan den rentmeester van Bewesterschelde, IIëynrick Jansz van Wissekerke, gelast te zorgendat on verwijld strenge ordonnantiën gemaakt werden tot bescherming; want '/de vyanden zich op nieuw met macht van schepen en volk van oorlog op de Zeeuwsche stroomen hebben vertoond" 3). Geen voorzorg heeft gebaat. Misschien verwachtte men den aanval op een ander punt, en Vlissingen werd op eens verrast. Nu was men op verschrikkelijke wijze wakker geschud Anna van Borssele en haar man Philips van Bourgondië besloten thans de stad te versterken en te vergrooten door de elf gemeten uit Westsouburg binnen de versterking op te nemen. Men verwijderde het palissaadwerk of de borstwering, voor zoover die niet reeds door den vijand verbroken was, en wierp stevige wallen op met flink muurwerk en nieuwe sterke flank torens aan de West- en de Oostpoort 4). 1) In 1484 was hij nog baljuw van Zoutelande. In 1485 werd er iemand naar Waterlooswerve gezonden om aan zijne kinderen, die daar waren, te zeggen dat zij bij de weesmeesters zouden komen. Kesteloo II, blz. 124. 2) Boxhoen II, blz. 304 en 317. 3) Inv. O. Archief Middelburgn°. 570. 4) Zie hiervoorblz. 8991. Van de stadsmuren is bij de laatste riolee- ring een restant gevonden op de Rittbemsche markt voor het huis van den heer F. van der Velde huis n°. 58-r- en wat zuidelijker iu de Walstraat, omtrent het pand van den heer J. C. van Sprang huis n°. 46 een heen wijzing naar de walmuren van 1489. De oorspronkelijke flanktorens pasten niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 278