155
zijn vermelding in de QuoMeren van den 100™ en den 20™
■penning. Zijn bodem is nu begraven onder het fondament van het
laatste huis op den Boulevard, naast de trap naar de Bree-
waterstraat 1). In 1909 is daar een vrouwebeeld gevonden.
Dit gasthuis blijkt reeds in dit tijdvak uiet meer aan de
behoefte voldaan te hebben of te bouwvallig geweest te zijn.
Althans in het jaar 1547 2) bouwde men even buiten de
Westpoort tusschen den zeedijk en het molenwater een Nieuw
Gasthuis, niet te verwarren met hetgeen nu nog 't Oude
gasthuis genoemd wordt. Het is dat gasthuis, dat in 1566
door de Hervormden aan de regeering aangevraagd werd «omme
aldaer haer vermaninghe ende predicatie te doene in tyde van
onweer" 3). Het is heden ook onder den zeedijk van Napo
leon* begraven, tusschen den Oudheidstoren en de sociëteit
//Unitas".
Vóórdat in 1563 door een dwarsdijk nu Coosje-Busken-
straat het Oudegasthuis-terrein bij de stad gevoegd was,
bestond er langs het noorderdeel van den Westwal nu
Koestraat een lijnbaan. Perceel wijk B, n°. 110 heette
nog in 1803 "de stove van de lijnbaan" en perceel wijk B,
n°. 48 '/de huizing van de lijnbaan". //De stove met al sijn
gevolge" was in 1579 het eigendom van burgemeester Gelein
Bouwens.
Zoo was er ook langs het noorderdeel van den Oostwal
nu Walstraat een achterweg, die eveneens tot lijnbaan
diende; want volgens het tweede lidmatenboek, fol 41, woonde
in het jaar 1618 iemand //in de Corte Vrouwestrate(waar)bij
De laatste benaming ziet niet op het huidige gasthuis, dat toen nog niet tot dat
doel ingericht was, maar op het oudst bekende gasthuis der stad.
Bij de verbreeding van den zeedijk, onder Napoleon werd een straat en
een strook van het huizenblok bedolven, zoodat het huidige straatje niet verward
moet worden met de vroegere Venisstraat.
2) Inv. O. arch. Vlissingenblz. 131, n°. 23, blz. 110. Winkelman heeft
op blz. 75 't jaartal 1542. Misschien een drukfout.
3) Winkelman blz. 278—282Bijlage No. VI.