159
verklaar ik het ontstaan van den naam «heerlijkheid Bonen
dyke" ter onderscheiding van het niet en het wel geïncorpo
reerde deel der parochie
Die heerlijkheid Bonendyke werd genoemd naar het 6e blok
«daar Pr Jan Huysen in plag te woonen, genaamd Bonendyke",
waarin onder meer gelegen waren «1 gemeten 78 roeden hoorn-
gaart metten timmer daarop", den 7 Augustus 1658 gekomen
aan Cornelis Somer. Den 8 April 1606 waren deze perceelen
van Marinüs Pietersen op Jan Pietersen Verschuer(e)
getransporteerd en wel «1 gemet, genaamt Boonendyke in
Pier-Jan-Huvsenblokidem 3 gemeten 78 roeden, samen 4
gemeten 7 8 roeden". Hieruit blijktdat de timmer stond
op het eene gemet erve en den naam Boonendyke droeg.
De voornoemde Marinüs Pieterse had voor 1601 rondom
die landhoeve meer dan een derde van dit geheele polder-
blok in bezit Ik beschouw deze hoevewel te onder
scheiden van den «Konijnenberg", westelijk er van gelegen en
van jonger datum, als de oorspronkelijke landhoeve en meen dat
haar naam is geleend om eerst het bloklater de heerlijkheid
te onderkennen 3) Het identiflceeren van Bonendyke met de
bedijkingen in de jaren 1372 en 1390 is, na wat hiervoor
op bladzijde 22 en 23 is medegedeeld, onhoudbaar bevonden.
Deze landhoeve lag aan den ouden weg, die van Oud-
Vlissingen over Westsouburg naar Middelburg voerde en de
Hooge weg of Boschweg genoemd werd. Yan de West
poort kon men ook voorbij het molenwater, de Papendreef,
en het kasteel van Wisse van Koudekerke langs den kron
kelenden Lagen weg, bij Baskensburg den Hoogenweg
bereiken.
Inv. O. arch. Vlissingenblz. 132, n°. 26; Reg. v. Eigendommenin
O. Vlissingenblz. 8 en 69.
2) Inv. O. arch. Vlissingenblz. 132, n°. 26; Reg. v. Eigendommen, blz. 2.
3) Bons is een voornaam. Hij komt ook onder de ambachtsheeren van
Souburg voor. De verouderde naam wijst op den boogen ouderdom van genoemden
„timmer".