162
ning door MaximIltaan dateert van 11 October 1544, de
ordonnantie van 1519, het vertoog van 3 Mei 1560. Hierdoor
was de stad zeer versterkt, zoowel tegen de zee als tegen mo
gelijke vijanden.
Op de Kaart van het Algemeen Rijksarchief te f-Hage
n° 3492 ziet men in vogelvlucht het groote bolwerk afge
beeld. Van het noorden af naderende, heeft men rechts het
wachthuis en links de stadsschuur. Beiden zijn aan elkander
gehecht door twee gewelfde bogen, waarvan er een vóór Ja
nuari 1581 verwijderd werd. Hierdoor komt men op het
plein binnen de bolwerken. Recht tegenover den ingang heeft
men door de Keizerspoort den toegang tot het Westerhavenhoofd.
Dit strookt met een schrijven van den magistraat aan den
//Hoog gheboren forst, genadich heere", den prins van Oranje
omtrent een gerucht, dat de stad eenige torens zoude gedemo-
lieert hebben 1). Men leest daarin: "ten anderen en zijn in dese
stadtG Heere, egeene thoorens afgebroken nochte yet gedemo-
lieert, 'twelck diende tot stercte ofte deprimatie van deselve stadt,
zoo wy oock nyet en zouden willen sulx bestaeu te doeue zonder
voorweten en jegens den duuck van uwe F. G., die wy geerne
bekennen daertoe alleene de auctoriteyt over ons hebbende.
Wel is waar, dat zeker verwelf oft boge, staende by 't hooft
daer de straete onder doorloopt, by ons is gedaen afbreken,
'twelck geschiet is alleenlijck om merckelijck apparent grief
te voorcommenziende dat dezel ven boghe dagelicx ende lancx
zo meer met broeken inviel, ende dat met de eerste doy van
de vorst of 't eerste afschieten van den Landtgrave denzelve
boge hadden mogen invallen nyet zonder danguer van menich
mans lij IF, alzoe daeronder vercocht wierdt fruyt ende ge-
branden wijn, ende de passanten in groote getale continueelick
over ende weder daerdore passeeren. In 't welcke wy achten
Inv. O. arch. Vlissingen blz. 133, n°. 15. Van dezen brief, die over
meerdere zaken handelt, heb ik kortheidshalve hier slechts overgenomen, wat
op de Waterpoort betrekking heeft.