164 laugs de Koestraat en richtte men dat van 1547 tot pesthuis in 1 lit was in 1655 onbruikbaar geworden. Men bouwde toen een nieuw pesthuis l). Noordoost daaraan ziju in den laatsteu tijd nog overblijfselen van kisten en lijken in regel matige rij gevonden. Die lijken van mannen, vrouwen en kinderen moeten aldaar begraven zijn na de plem ping in 1563. Aangezien in de kerkboeken wel van begraaf plaatsen iu eu rond de kerkenzelfs rond die van Oud-Vlissingen gewag gemaakt wordt, maar noch van begraveuen, noeh van een begraafplaats op het Oudgast'nuis-terreiubesluit ik, dat die graven dagteekenen uit den Koomschen tijd 1563 tot 1572 en betrekking hebben op bewoners of gasten van het gasthuis van 1547, of dat het lijken uit het pesthuis ge weest zijn, die met verder vervoerd mochten worden Derde tijdvak: van 1572 tot 1593. Mijn doel is niet historie, te schrijven. De geschiedenis van Vlissingen tijdens den opstand tegen Spanje is in hoofd trekkeu aan allen bekend, lil deze afdeeliug heb ik te om schrijven, welke veranderingen er in de topografische gestalte der stad door en na de omwenteling hebben plaats gegrepen Daartoe voer ik den lezer eerst biunen eu daarna buiten de wallen Binnen de oude wallen. Verplaats U op dat deel van de markt, waar volgens blad zijde 13S de boerunen gezeten waren. VVeud van daar het oog noordwaarts Een nog ongeplave-d veld ligt voor L De Uarmelieten waren gevlucht. Het klooster was gesloopt. De steeuen werden gebruikt om eenige schepen teneinde de vijan- Winkelman, blz. 7477. ■0 Deze mededeeling heb ik aan den heer P. A. Jongepier, gemeenteopzichter, te danken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 302