168 groot gezin, zijn tegenspoed en de ziekten in zijn gezin voor niet. Deze pastorie wordt juist omschreven door de huur en den verkoop van het pand na zijn dood. Bij de voldoening van zijn eerste eigen huur wordt het pand vermeld te staan op den hoek van de St.-Jacobstraat. Het had ook een erf of tuinwant volgens de kerkerekening werd er aan den tuin en den wijngaard van mr. Cohn. de IIont gewerkt. Na zijn dood werd het pand in drie perceelen verkocht. Jacob Quintf.nss betaalde volgens de Rekening eon 1 Mei 1612 tut 60 April 1613 5 10 sch. rente, «geypotequeert op sijn nieu huys, dat getimmert is op de erve van het huys, daer mr. Com. df, Hont plach te woonen, ende is het eerste van noorden be ginnende, verschenen den lrt"n Octobris anno 1612" Jan Janss huistimmerman, betaalde evenzoo op zijn nieuw huis 4 12 sch. 6 gr. Vis. voor het tweede van noorden begin nende en IjOïs van Dorst op zijn huis 5 2 sch. gr Vis als voren voor //het derde van noorden beginnende, te weten den hoek van de Jacobstrate". Quintenss lostte toen zijn rente af volgens den penning 16 met 88 t gr. "Vis. Des gelijks Loys van Dokst de rente op zijn (nu) nieuwhuis met 82 t gr. Vis. Van Jan Jansshuystimmermandie niet afloste, ontving men in 1613/1614 de jaarrente van 4 l 12 sch. 6 gr. Vis. op zijn nieuw huis, »staende by de fransche kercke", volgens die van 1614/1615 «staende over de fransche keicke". Het erf der pastorie omvatte dus den bodem der perceelen Oude Markt 16 en St.-Jacobstraat 1 en 3. De oude .Latijnsche school was gevestigd op perceel Oude Markt 24 terwijl de nos 22, 20 en 18 de woningen waren van Adr. Danckertss, Cokn. den Holi.an(der) en Pr. van Meeokeben. Tegenover deze pastorie aan de noordzijde van het koor kening over 1610/1611 betaalt hij nog een vereering van 3 gr., omdat hij eenige maanden, vóór zijn huur inging, woonde in het nu verkochte huis, „hetwelcke by mr. Corn, de Hont plach bewoondt te worden". Deze is dus gestorven vóór 30 Juli 1607 en na 1 Mei 1606 wijl volgens de rekening van 1606/1607 nog glazen in het huis van mr. Corn, de Hont gerepareerd worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 306