170
gebouw, dat door de kerkvoogdij in 1585— 1588 voor 1
10 sch. verhuurd is aan Jan van Antwerpen. Het had een
dak met roode pannen. Van 1588 tot 1589 werd het verhuurd
aan Philip Pibtkrs en stond »an St.-Pieterscantoor". Van dat
jaar af wordt het niet meer afzonderlijk gebruikt, maar wordt
het St -Pieterskantoor aan de zuidzijde van de kerkzeker
met het zoo evengenoemde aftrek er naast verhuurd aan
Steven van der Bank, koster der kerk, voor 4 per jaar
In 1598 worden beide panden hersteld en bestemd als vrije
woning voor den koster. Met deze nieuwe kosterij wordt
bedoeld de kamer met alcoof, west van den doorloop naar het
koor, heden nog door den koster bewoond. Dat blijkt daaruit
dat in 1589 geleverd werd «een cassyne ende anders van
witten orduyn, gestelt aen den zuytmeur (sic) van de kereke
(d. i van 'tkoor), daerduer de coster uuyt ende in de kereke
compt". Zij was onderscheiden van de consistorie; want in
de rekening van 1601 wordt verantwoord de uitgaaf van "3
ramen en een friese an de consistorie met. noch 2 ramen in
de kosterswoniug". Steven van di k Bank was dus de eerste,
die als koster de huidige kosterij bewoond heeft. De voor
gaande kosters, Piëter en Jan YVelant woonden elders.
Daarom wordt in de rekening van 1588 op 20 Juni gesproken
van v't huysken te repareeren, aldaer den coster inne woont,
brouwerij veranderd was, moesten de zaken van het St -Pietersgilde ergens elders
behandeld worden, en daartoe was dit St.-Pieterskantoor geëigend. Zoo had Jan
van Pere sinds 1594 zijn kantoor eu pakhuis aan de Noordzijde van den toren,
thans door een hek afgesloten eu tot bergplaats gebruiktmaar dat vóór hem
in huur was bij de dekens vau het St.-Christoffelsgilde. In 1596 huurde hij
ook de zuidzijde van den toren, waarin een regenbak gemaakt werd, groot 569
ton, voor 56 18 sch. gr. Dit pakhuis huurde van 1600 af zijn broeder Abraham
van Pere. In 1597 maakte men voor Jan van Pere een nieuwen munr in het
pakhuis aan de zuid- (lees aan de noord)zijde van den toren om het kantoor
daar hij zijn betalingen doet, van het pakhuis af te scheiden.
In de Kerkerekening van 1593/94 vond ik nog een post vau „levering
en handtgedaen en van diverse wereken aen het afftreck neffens Steven de
costers huyskens"