171 eertijts genaempt Sinte Pieters canthoor". Waarom en sinds wanneer het ophield kantoor te zijn, wordt niet vermeld. In 1569 bestond het gilde nog en had het quaestie met het St.-Chris- toffelsgilde. Later vindt men wel dit gilde, maar niet dat der vissehers vermeld. Of zijn verdwijnen verband hield met die quaestie, is mij onbekend. De vroegere sacristie en kosterij werden zooals de Quohieren uitwijzen, na 1572 niet bewoond Geen andere en betere plaats was er voor een van de kosterij onderscheiden con sistoriekamer. Doch in 1580 werd het diaconie-archief naar de weesschool overgebracht, nadat de diakenen van den bijzouderen kerkeraad waren afgescheiden. Diakenen waren toen MiCHiF.r, Adolfs, rentmeester (van 's heeren domevnen te Vlissingen), Pieter Aartsz, Jan Pikteksen Vebschuerkn en Jean van der Heydbn Zonderling staat ouder deze. namen-vyanden iiaer eyude" Ziet dit misschien op de resolutie d.d. 17 Juli 1579, waarbij de pastoors en kapelaans op wachtgeld gesteld werden 2)P De consistoriekamer was dus voor den bijzonderen kerkeraad gevonden. Daarin werd volgens de kerkerekening in 1584 een schaprayken etens- kastje gemaakt In 1586 kocht men '/7 ellen groen laken tot een tafelkleed in de consistorie, met agt kussens om op te zitten", lil datzelfde jaar "8 tonnen turf om te branden in de consistorie a 11 groot de ton". Toen men den noordelijken dwarsbeuk van de kerk door een muur had afgescheiden om dat deel te doen dienen tot een kerk voor de Waalsche gemeente, had men behoefte aan een anderen toegang behalve dien onder den toren door. Geen altaar stond meer in den weg om een achteringang aan het koor te maken. Wel zegt Abrahamsën, dat men in plaats van dit altaar in 1566 een achterdeur maakte; maar m den Resolutiën op H stuk van de kerkelijke zaken binnen Vlissrngsn genomen blz. 233 te vinden in den Tnv. O. arch. Vlissingenblz. 131 n°. 23. Archief Z. G. d. W., nieuwe serie, 1907 blz. 167.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 309