201
De landsvierschaar had in Oud-Vlissingen geen rechtsgebied.
Het Leeninghuek van 17851795 bevat dan ook niet één
akte over perceelen in beide genoemde heerlijkheden 1). Of
het Landrecht iets te maken had met Oud-Vlissingenis mij
onbekend.
Oud-Vlissingen was alzoo grondgebied van Nieuw-Vlis-
singen geworden, en weldra zouden de vóórnamen //oud" en
//nieuw" vervallen om plaats te maken zooals weleer voor het
enkelvoudig: Vlissingen. De Vrijdompaal bij de begraaf
plaats had zijn reden van bestaan verloren en blijft alleen een
historische herinnering aan lang vervlogen dagen terwijl aan den
//Cruvsweg"' op de grens van Koudekerke bij het lleyne-
Marisblok weer een kruis kon staan, ware het niet, dat de
Hervorming dit verhinderde en nu een eenvoudige paalsteen
zijn plaats vervangen kon. Of dat destijds geschied isweet
ik niet; maar ik vermoed het, omdat in het jaar 1587 ook
quaestie rees tusschen de stad en Miciiiel Adolfs (Vermaes)
rentmeester van zijn Exties domeynenover de grens by Lap-
persapril en by Swanenburg, alwaar de stad voornemens was
een witten steen te stellen neffens den blauwen.
Doch ook de grensbepaling van 1574 werd na eeuwen ver
broken door hooger macht. Het wijkregister van 1807 bevat
de volgende noot: //Oud-Vlissingen is bevorens geweest (wijk)
«Litt. A van n°. 1 tot n°. 70 incluis, dog nadat de stad offte
//wel desselfs rayonom van het Hollandsche te separeeren
Vlissingen was Fransch gebied geworden door zijn Ma
jesteit den Keyzer Napoleomten jaare (1807) is bepaald
//op 300 toises van de buitenvest af te meten, en welk rayon
//met 12 scheydpalen is afgebakend geweest, beginnende en
//staande n°. 1 op den dijk by Walcherens st. lees steen
//regt over het wegje van Swanenburg voorby de Nolle, staande
//n°. 12 op den dijk even voorby het 2° laudswagthuys na de
//zuydwatering onder llitthem op alle welke aan de eene zyde
Tnv. O. arch Vlissingenblz. 123 boord 1 d°. 5.