209 de Nolle op den dijk staat vóór de plaats, waar de vest van het fort aan het lage land grenst, dan staat men voor den grond van deze hofstede «het llooghuis" van den heer van Ylissingennu half water en half land. Haar heerlijkheid is vergaan, ook de heerlijkheid van Oud-Vlissingenmaar evenals na den winterslaap alles weer opbloeitzoo ziet men heden daar weder een nieuw, nu grootsch Vlissingen verrijzen op de plaats, waar eens de vissehers en landlieden in een voud hun dagen plachten te slijten. Archief 1910 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 347