■216
den 23 Februari 1488 bij pauselijk besluit een feit wordt,
ouder zekerheidsstelling en belofte van den abtdat aan
Mr Anthonius Mast gewezen cureit der beide kerkenjaar
lijks 34 pond gr. Vis. uit de goederen der Abdij zal worden
betaald. Reg. 958, 980 en 993.
Wel heeft Anthonius nu afgedaan met deze zaak; maar
er rest nog een taak voor den abt om zijn aanspraak op de
incorporatie te verdedigen tegen Ghijsbertus Vos, priester en
cureit van Nieuw-Vlissingenen Petrus Vilke, priester en
cureit van Oud-Vlissingen. Beiden doen in 1489 afstand van
hun aanspraak op de cure, en den 16(leu September 1490 be
vestigt paus Innocentius de incorporatie in de St.-Maria-abdij
van Middelburg tegen de tegenspraak van de Mariakapel buiten
de muren van Zandenburg. Reg. 1001 1005 1006 en 1010.
Philips, heer van Beveren en der Vere, had vóór zijn dood
in 1498 tegen een jaarlijksche uitkeering van 100 Rijnsche
guldente voldoen door den abt aan Philips' natuurlijken
broeder, Claes van Bourgondië, van zijn collatierechten af
stand gedaan. Deze uitkeering wordt den 13dc" Juni 1500
gewijzigd in een onmiddellijke storting van 700 gulden, waar
van het eerste payement, 400 gulden, op 13 Augustus en de
laatste 300 gulden op 31 December worden voldaan. Reg.
1120, 1122 en 1126 i).
Hierdoor is het pleit beslecht en het geschil voor goed van
de baan. Voortaan behoorde de cure aan de abdij en wordt
een der kanunniken als deservant er heen gezonden om den
dienst als cureit waar te nemen.
4. Gevolgen van de incorporatie.
Toen was de tijd gunstig om het oude kerkgebouw een
verjongingskuur te doen ondergaan
Volgens door den heer Ad. Mulder, rijksarchitect voor
De berechting van een geschil met het Carmelietenklooster te Vlissingen
vindt men in Reg. 935 937 en 945.