228 kiezen de stad wel verlaten hebben uit vrees voor represailles der Spanjaarden, indien de opstand mislukt ware. De in den tekst gememoreerde woorden passen in zijn mond beter dan in dien van burgemeester Creyt. De schepenen van 1571 hofstijl waren Andiues Pieterse Hiemans, Jan van der Zickele, Cornelis Jansen Cocq (Drooge), Jasper Creyt en Clais Jooris Eeckaert, die na 6 April 1572 niet meer voorkomen onder de magistraatsper sonen. Van de andere schepenen is Antonie W outerse van Bergen na den overgang nog burgemeester, Balten Jan Geleynsen nog schepen en Jan Pieterse Moor, te onder scheiden van den zeeheld, nog raad geweest. Geleyn Bou- wense (Schot) is de eenige, die bij de omwenteling in de regeering zitten bleef. Vier van de negen schepenen waren de hervorming dus zeker toegedaan. Van de vijf andere is dit onzeker, of schoon Cornelis Jansen Cocq (Drooge) en Jasper Creyt veilig onder de hervormden kunnen gerekend worden, wijl Meerten (niet meester, zooals hiervoor blz. 182 verkeerd ge drukt is) Cornelisse Drooge, die in 1583 tot admiraliteitsraad benoemd werd, de zoon moet geweest zijn van Cornelis Janse Drooge, en de familie Creyth hier wonen bleef op het tegenwoor dige Bellamypark. In 1574 is Pieter Humans raad en in 1575 schepen; zijn vader kan dus ook in 1572 zijn medegegaan met den stroom. Zoo blijven alleen Van der Zickele en Eeckaert over als onbekend, welk gevoelen zij waren toegedaan. Na de afzetting van den baljuw Jan Ypens in 1569 moet zeker evenals te Middelburg een Spaansch gezinde baljuw tot 6 April 1572 in Vlissingen geregeerd hebben 1), die tot de bezetting van de citadel met Spanjaarden de onrustige bevolking in bedwang te houden had en volstrekt niet op de magistraats personen rekenen kon, secretaris en pensionaris inbegrepen. Merkwaardig in deze is ook een stukwaarin de hoofdlieden 1) Zie mij liWorsteling en wording der Eerv. Gem. te Vlissingenblz. 61 en 62.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 366