230
nieën bracht en in 1584 op 15 Mei de wacht geregeld werd
zooals die in de Vlissingsche Eeuwvreugdeblz 225 229 en
bij den heer Winkelman, blz. 249251 te vinden is.
Twee van de hierboven genoemde personen treden op den
voorgrond. Ten eerste Claude of Glaude Willems. Hij werd
in 1530 te Beaumont in Normandië geboren en werd den
19 Juni 1560 poorter van Vlissingeu. Hij woonde als com-
passenmaker aan de eene zijde van de haven en wel op den
Nieuwendijk, op den oosthoek van de Sarasijnstraat. Hij
werd de eerste burgemeester onder den nieuwen toestand. Bij
zijn periodiek aftreden werd hij in 1574 schepen, in 1575
raad, in 1581 en 1582 schepen en van 1582 tot den 12
December 1584 zijn sterfdag baljuw der stad 2). Deze
was in 1571 ook onder de hoplieden van de wacht en bij de
rekening van de citadel geïnteresseerd. Daarom zie ik in hem
den man, met wien Van Kuik raadplegen kon, in wien Jan
Hebry, de pensionaris, een aandachtig hoorder had, de man
die overal bij waszijn tijd afwachtte en op het juiste oogen-
blik zeggen dorst: Hier ben ik. Ik geef mijn kracht, mijn
naam en mijn leven voor de goede zaak 3).
De tweede persoon is Geleyn Bouwense (Schot). Deze
woonde op de andere zijde van de haven en wel op de
Markt, wijk C n°. 61 (oud), naast de //Oude vriendschap",
thans bij de R. C. Par. meisjesschool gevoegd. Hij had een
lijnbaan in de Koestraat 4) en was de eenige, die uit het
oude in het nieuw bewind overging. Een teeken, dat hij be
mind was bij het volk en invloed er op had. Hij heeft dan
Zie Extracten uit de Resolutiën ten Raade A° 15781760, blz. 10.
a) Volgens de Kerkerelcening werd op 13 December 1584 betaald over de be-
graefvenisse van Glaudy Willemss. XX sch. gr.
3) Zie omtrent zijn hofhiervoor, blz. 147.
4) De stad was ook volgens de Quohieren in twee deelen verdeeld; in dat
van 1578 vindt men fol. 18v „somma totalis van de westzyde" en fol. 40v
„somme totalis van de oistzyde", zonder echter de bedragen te noemen, die in
een hoofdsom vermeld worden.