INHOUD. Biz. Voorwoord1. I. De ambachtsheerlijkheden, die aan de heerlijkheid van Vlissingen grensden3. 1. De Vlissingsche wetering3. 2. De Westsouburgsche kust 7. 3. Het verlies aan land in Westsouburg 11- 4. Het grenspunt aan zee tusschen Koudekerke en Vlissingen13. II. De ambachtsheerlijkheid van Vlissingen 16. 1. Haar uitgestrektheid16. 2 De haven van Oud-Vlissingen 24. 3. Het dorp Oud-Vlissingen28. 4. Het steenhuis of kasteel van Oud-Vlissingen en zijn heeren31. 5 De oudste ambachtsheeren van Vlissingen 43. 1. Heer Rave of Raaf44. 2. Gillis Oodde Baren(t)s. s.s 45. 3. Heer Hughe 's Gouwers van Campen 45. 4. Wisse 's heeren Gillis' zoon 46. 5. Maude Jansz48. 6. Symon Jansz kinderen48. 6. De uitbreiding van het dorp Vlissingen 49. 1. De zeluering49. 2. De moernering57. III. Vlissingen in zijn tweede periode61. 1. De grondslagen van Vieuw-Vlissingen 61. Archief 1910 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 399