XL
Naar het vaderland teruggekeerdwas het eerste werk van
nuari 1842 te Parijs aan met een geschokt lichaam en hersenen
die eveneens alles als in een droom dooreenmengden. //Mijn
kamertje heeft groen geschilderde muren, een steenen vloer,
half door een kleedje bedekt, een mahoniehouten rustbed met
katoenen overgordijnen, waaruit ik onlangs onzacht op de
steenen ben nedergeroldmatrassen in plaats van pluimbedden
een ruw ongeschilderd tafeltje met een groen kleed en eene
groote inktvlak daarop een mahoniehouten kast8 dito stoelen
en een porseleinen kachel met wat hout daarnaasteen spiegeltje
ziedaar mijn verblijf met één raam waaruit ik een vreemd
torengezicht op honderde daken heb, want ik moet 108 trappen
klimmen en waarin ik bij de tegenwoordige vorst bijna bevries
want dat porseleinen machine heeft een uur werk om te blijven
branden en steenkolen of turf zijn onbekendzoodat ik 's avonds
altijd uit ben of bij Evers. Ik ben in mijn logis geabon
neerd voor 40 francs diné en 90 fr. déjeuner h la fourchette
en bij het gebruik hiervan verlang ik met de overige Hol
landers die meest hier etentelkens naar eenvoudige zuurkool
met spek; wijn moet men hier drinken, die zeer goedkoop
maar slecht is, met water gebruikt wordt en waaraan ik mij
dus niet zal te buiten gaan: de madera is goed, bitter kent
men nietwij lijden hier verbazend veel koudebediening heeft
men niet, vooral ik niet die zoo hoog woon."
Op 9 Eebruari schrijft hij»Ik wilde moeder en de familie
wel eens langs het paleis der Tuileriën geleiden, naar dien
uitgebreidenmet beelden versierden tuin en van daar naar
de Place de la Concorde, waar zoovele heerlijke standbeelden
zijn, en de vergulde lantarenpalen en groote fonteinen en de
trotsche Egyptische Obélisque, om dan naar de metalen zuil
op de place Vendöme te wandelen, die 174 trappen hoog is
en waarop Napoleon het trotsche Parijs overziet: het moet
een Duitscher smarten te denken, dat dat Duitsche kanonnen
geweest zijn. Aan het andere einde der stad kan men de Juli-