LIII voor de praktijk. Zijn vriend, Dr. Evebs, met wien hij te in Beijeren noemt men dit zwart brood, en dikwijls was de kleur ook onooglijk. In het brood bakt men gewoonlijk kümmel of karwijzaad, dat de Weeners zeer lief hebben maar ons Hollanders bevalt het nietomgekeerd walgden zij op het hooren van den naam van kaneel. In den loop van den morgen kan men, als men wat drinken wil, bier of wijn gebruiken. Men dineert, volgens Weener uur, tusschen twaalf en ééne ik volg deze gewoonteomdat ik dan mijne kennnissen aan tafel vind en omdat ik er van houd in elk land de eigenaar digheden te volgen; meer fashionable lui eten om half twee of iets later en het hof ten 4 uurin de stad zijn er enkele Tables d'höte voor vreemden ten 1 en ten 2 uur, doch algemeen eten de vreemden la earte. Een burgermaal vol gens de spijskaart bestaat 10 uit s o u p edie zeer goed is maar veel van de dunne Eransche soupen verschilt. Groenten heb ik er in de logementen nog niet in gezienmaar wel fijne lever of hersenen en Strudels en Nudls (een klomp meel of gierst) die men dan fijn maaktsommigen gebruiken in de soupe (op zijn Italiaansch geloof ik) een schoteltje fijne ge raspte kaas en ik neem meestal Brotsuppe mit Eier ohne Brotzoo een versche eijdoren smaakt er niet kwaad in. De 2° schotel is Rindfleisch of Bouilli, waarbij men eene Sa 1 at neemt van rothe Riiben (karoten)augurkjes of komkommers, of ook wel groene Salat (dat is namelijk de kropjes van kropsalade) die echter door den rooden azijn rood worden. Yolgt een Kingemachtes d. i, vleesch met eene saus toebereidwaarbij men als G e m s e (groenten) kan nemen Erdappel of erwten of salade of H a p t e 1 (kool) en op andere tijden des jaars het beroemde Sauerkraut (de zuurkool). Tot dit soort van vleesch behooren Lungenbraten, Schnit zel, Tyroler Ausbraten, Jagers- fleisch, Beaf- steak (dat er gewoonlijk niet is), Coteletten, Schwab i- scher Braten en zulke vreemde namen meer. Het volgende

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 63