lx onderling hadden afgesproken de moderne chirurgische doctoren te houden buiten de medische praktijk. Daarom verkoos De Man een ander onderwerp tot tijdverdrijf, een dat Zeeland van nut kon zijn, maar waai bij hij geen gevaar liep een ander medicus te hinderen. Hij koos de medische topographie van Zeeland en gaf als eerste vrucht van dat onderzoek (omstreeks 1848) eene studie uit over de Statistiek der maandelijksche sterfte of over den invloed der jaargetijden op dezelve. J) Op 4 Juli 1849 was De Man in het huwelijk getreden met Neeltje Elisabeth Kamerman, dochter van Govert Kamerman, predikant te Kloetinge, en Maria Lukwel Hij vestigde zich dadelijk in het huis St.-Pieterstraat E 39dat later door toevoeging' van een tweede huis en een tuin werd vergroot In dit huis woonde De Man tot aan zijn dood toe, en menigmaal heb ik hem daar in zijne stille patientenkamer aangetroffen altijd werkende en studeerende Op 22 April 1848 had De Man met Dr. A. A. Kokker tot de oprichters van de Afdeeling Zeeland der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst behoord en was hij tot secretaris gekozen. In de vergadering van 9 Augustus 1849 werd eene com missie benoemdom de cholera-epidemie van dat jaar te be- studeeren en, zoo het kon, ook die van 1832 1833. Uit die uit zes leden bestaande commissie werden Dr. J. C. van den Broecke en Dr. J. C. de Man uitgekozenom uit de aan de afdeeling ter hand gestelde bescheiden een geschied verhaal ter openbaarmaking te schrijven. Beide schrijvers gaven zich veel moeite voor dit in 1880 verschenen werk: iederen avond om tien uur ging De Man naar Van den Broecke, om het werk te bespreken of te bearbeiden. De schrijvers konden in Zeeland elke choleraverschijning veel beter bestudeeren, dan men dat in hospitalen of groote x) Van denzelfden aard is: Bijdrage tot de kennis der sterfte in Zeeland1852, met het motto //Ken u zeiven".

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 70