lxv
Engeland en de Noordzee, 't Was een zeer welkome verrijking
van onze kennis der voorhistorische dieren, nu wij deze stu
dies kregen, vooral omdat Dr van Raemdonce in 't land var
Waes en Prof van Beneden in Antwerpen zoo vele schoone
diluviale vondsten gedaan hadden, vlak in de buurt." l)
l) De Man had een vernuftigen geest, die altijd behagen
schepte in vreemde combinatiën; zoo schrijft hij {Archief III,
3e stuk, bl. 20/22)'. //Nu ik toch eenmaal bezig ben met den
eland, zij het mij vergund een klein uitstapje te doen op taal
kundig gebied en eene hypothese te opperen over den naam
van dat dier.
//De Zeeuwen kennen in hunne nationale taal den naam na
tuurlijk niet; het Nederduitsche woord //eland" is het üuitsche
woord //Elent" of //Elen" met de Pransche uitspraak van
//elan". Dat duitsche woord //elent", waarvan men, evenals
in onze taal //elenthier" gemaakt heeft in het woord her-
t eb eest hebben wij een dergelijke pleonasme -is de ver
moedelijke oorzaakwaarom men reeds in de oudste tijden
allerhande ellende aan dat dier heeft toegeschrevenmen
bedenke dat elenthier ook zou kunnen beteekenen dier van
ellende elent. Behalve hetgeen Caesar en Pliniüs er reeds
van verhalen, dat hij stijve gewrichten zou hebben eene
fabelontstaan uit de lengte zijner voorpootenevenals die
lengte ook aanleiding heeft gegeven tot het verhaaldat hij
al grazende achteruitloopt om niet te stikken in zijne bovenlip
verhaalde men van hemdat hij aan vallende ziekte zou
lijden en die ziekte weten te genezen door met zijn poot achter
het oor te krabben. Dat denkbeeld, hetwelk het volk in Noor
delijk Azië nog van hem heeft, is alweer oorzaak, dat men
zulk een pooten bij gebreke daarvan ringen uit zijne hoeven
gemaaktals voorbehoedmiddel tegen die ziekte gebruikt. In
het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap bewaart men een
uit Azië afkomstig elandspootje van een pas geboren dier
dat vermoedelijk zulk een oorsprong heeft. Het woord »elenthier"
Archief 1910 e