lxvii Tn die afdeeling werd door De Man in 1875 een verslag uit gebracht over waargenomen loodvergiftigingen. Men was vroeger van oordeeldat loodziekten door drinkwater op inbeelding J) gegrond waren, omdat regenwater «geacht werd geen lood aan te nemen. De slotsom van dit onderzoek wasdat een vijfde deel van het regenwater in de groote huizen te Middelburg loodhoudend was iets wat zeker medegewerkt heeft, om het denkbeeld eener duinwaterleiding ingang te doen vinden. Een voor een leek eenigszins //griezelig" onderwerp behan delde De Man in het Tijdschrift der Nederlandsche Dierkun dige Vereeniging in 1878 door eene MededeeUng over eenige monstrawaarbij echter al weder de opmerking geldtdat hem zelfs bij het droogste onderwerp de humor nimmer ontbrak. 3) door zijne benoeming tot eerelid van de afdeeling Zeeland van de Ned. Maatschappij. Hij schonk bij die gelegenheid een hamer met zilverbeslag en inscriptie aan de afdeeling. x) Er was soms ook reden tot twijfel//De tweede echtge noot van jonkvrouwe P. was minder gezond; zijne handen waren krom en verdraaid van rheumatiek. terwijl zijne beenen verlamd warenhet was onzeker of men de ziekte aan het huis moest wijten of aan de dienstjaren door hem op het veld van Mars en in de gelederen van Yenus en Bacchus gesleten. De faculteit zelve was verschillend van meening; de een schreef het aan Saturnus toe, de ander aan Mercurius." (1. c. bl. 19.) s) Van een eend met een poot op den kop heet het: //Bij den mensch is, zoover ik weet, deze, zelfs bij vogels zeld zame afwijking nog nooit waargenomen. Slechts tot de huid behoorende deelen ziet men wel eens op ongewone plaatsen b. v. glandulse mammarisebehalve op de gewone plaatsook op de clunes." Bij eene afwijking van de zwemvliezen van een eendenbroed lezen wij: //Wanneer en waardoor nu die anomalie bij eenden kan voorkomen wier ouders ze nietmaar wier nabestaanden ze wel hadden een atavisme zou men het kunnen noe-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 77