lxxii der oorspronkelijke dolichocephalie4° dat misschien zegge misschien in sommige streken van Tholen en in den om trek van Oostburg ook nog sporen zijn overgebleven van dolichocephale eerste bewoners50 dat de bewoners die na de tijden der Noormannen de eilanden zijn gaan bedijken en be volken sterk brachycephaal zijn geweestvertegenwoordigers van de Nederduitsche en niet van de Priesche type, vermoe delijk uit Zuid-Holland, Noord- en Zuid-Brabant gekomen, en 6° dat, ofschoon overal die twee stammen vermengd zijn geraakt en er zeer vele vreemden ook in latere tijden zijn bij gekomen toch de eilanden nog zeer sterk vertegenwoordigen de middeneeuwsche brachycephaliewaarvan wij ook een voor beeld hebben gezien in graaf Willem den Tweede" j) 2) Van dezen wordt nog vermeld, dat bij het onderzoek van diens schedel een wijsheidstand bleek te ontbreken, ter wijl een andere nog maar half was doorgekomen. Van de min of meer waarschijnlijke, maar altijd vernuftige gissingen in dit opstel worde nog aangeteekenddat de op Walcheren tweemaal in het jaar gevierde Anneliesjesdag wel licht eene verbastering is van Nehalennietjesdagdat Zeeland niet is het land der zeemaar het Zeeuwenland en dat die Zeeuwen geweest zijn de oude Suevendat Walcheren zijn naam ontleent aan den eigennaam Walker of wel aan een water de Waal (waarvan Reimerswaal, Zwartewaal, Walecoolsche weg, Krommeweele, Langeviele, Wal); dat de naam Domburg vroeger verschillend gespeld, in de oudste charters schreef men DomburghDoemburghDumburgh en op een houten schild van 1556 spreekt men zelfs van de Dommeburgers afkomt van den eigennaam Domis of Dommis welke ook nog voort leeft in het geslacht Dommisse. s) Een tiental jaren later behandelde De Man ditzelfde onderwerp nader aangevuld door sedert gedane onderzoe kingen in eene studiegetiteld De verspreiding der bevol king in Oud-Zeelands eilanden WalcherenNoord- en Zuid-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 82