LXXVIII
Tn 1889 had te Middelburg eene vergadering plaats van de
Federation d'histoire et d'archéologie de Belgique Zelf heb
ik die vergadering niet bijgewoondmaar een geestig man
Jhr. Mr. W. M. dk Brauw de toenmalige Commissaris der
Koningin in dit gewestvertelde mij laterdat zij uiterst be
langwekkend geweest was zoowel door het wetenschappelijk
gehalte van de leden der Federation als wegens het belang
van het verhandelde. Alleen had het hem getroffen, dat de
congresleden over het algemeen veel meer voldoening hadden
"Walcheren bij hem, en ging uit met twee broeders van de
«Predikorde en met haar gezin, om te zoeken en te verga-
//deren de gekwetsten. En nog tot dit heilige werk eene rijke
//en edele vrouw, die met schreijende oogen vertelde des Ko-
//nings moeder, zeggende aldus: Gaande onder de dooden riep
//mij tot zich een man met weinig stemme begerende, dat ik
//tot hem wilde komen. Ik ging tot hem en legde zijn hoofd
"in mijn schoot hem vermanende, dat hij zijn hart tot God
//zou sturenwant dat hij niet lang kon leven. Hij sloeg
//oogen en handen op naar den hemel, zooveel hij kon en
//zeide: lk belijd, dat ik niet met mijn wil maar met bedwang
//mijns Prinsen tot dezen strijd ben gekomen, om niemand te
"kwetsen of te misdoen, noch in lijf noch in goed, en ik ben
»hier zeer gewond en ik moet sterven; die mij geslagen heeft
//vergeef ik uit het hartbiddende dat God mij ook zóó mijne
//zonden vergeven wil. Ik zou wel hartelijk begeeren het heilige
//waarde, sacrament, maar daar ik het met den mond niet ont-
//vangen mag, hoop ik in de ziel van zijne gratie en kracht
//vervult te worden. Dit zeggende sloeg hij een kruis voor
»zich en gaf den geest. Ik neem God en mijne ziel tot ge-
Huigen, dat hij zijne ziel nauwelijks uitgegeest had, toen er
//uit zijn mond volgde een vogelken, bovenmate schoon, zooals
«men onder de creaturen er geen vindt, vliegende met zoete
"geur naar den hemel toe." Op de emotie volgde een
visioen."
