lxxxii //nagenoeg in het midden van Walcheren is opgerichttoen //dit Eiland nog bestond uit onderscheidene Wateringen, van //elkander gescheiden door de ArneSwalingePekelinge //Gapinge en andere stroomen, welker overblijfselen in de Wa- //tergangen en Sprinken van dit Eiland nog voorhanden zijn //ten einde deze streken te beveiligen tegen de invallen der //Deenen en Noormannengelijk dan ook de naam der stad en //het wapen dat zij voert, zijnde een gouden Burgt, hoogst- waarschijnlijk van die sterkte ontleend zijn." Ook dit was echter niets dan eene gissing, welke, toen De Man eenmaal zijne aandacht aan het onderwerp wijdde, tegenover de kritiek geen stand kon houden. Hij gaf daarvan rekenschap in een opstel, getiteldBedenkingen tegen het aannemen van een burcht als begin van Middelburg 1), dat wel als een model van nauwlettend onderzoek en logischen redeneertrant verdient geprezen te wor den, ook al neemt men in aanmerking, dat de afbrekende kri tiek in dergelijke onzekere materie altijd veel sterker staat dan de kunst van opbouwen. De Man voert danonder meer aan, dat een beroep op het wapen niets beteekent, omdat de wapens afgeleid zijn van de plaatsnamen, dat Middelburg zoo min oudtijds, als nu, in het midden van Walcheren gelegen heeft, maar oostelijk zelfs als het ware aan de zee grensdedat het woord burcht niet de beteekenis had van kasteelcastrum maar van stadcivitasvillaoppidumen dat in de topographie van Middelburg niets op het bestaan van eene oude sterkte wijst. In verband met deze studie staat eene andere over De Groote markt te Middelburg uit hetzelfde jaar 1894 3), waarin bij zonderheden voorkomen omtrent de huizen op de Markt 3) en Archief van hel Zeeuw sch Genootschap dl. VII, 4e stuk, bl. 555—582. 2) Archief van het Zeeuwsch Genootschap dl. VII, 48 stuk bl. 583—598. 3) Met bespreking ook van de naast aanliggende straten. Zoo

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 92