lxxxviii
systematiseerde en catalogiseerde, voor een deel werden zij
Eutter en eene collectie, trouwens zeer merkwaardige, curiosa,
de vogels en het planetarium waren bijna het eenige wat was
te zien. Als een oogenverblinder liet dan de Concierge de
deftige reeksen van stoelen zien en in het kabinet van van
de Perre de ons niet toebehoorende, zeer ouderwetsche werk
tuigen van het Physica en liet hijzonder er toe gemachtigd
te zijn, de philosophische tranen springen, die aan dat gezel
schap behoorden.
Thans trekt ons Museum aller aandacht. Onder de vele
bezoekers er van, waren als altoos de aanzienlijke vreemdelin
gen uit Domburg. Dat zij allen, en sommigen meer dan
eens, kwamen zien, pleit voor ons goed uiterlijk. Immers, in
die kringenwier leden zoovele schoone Musea in Europa
hebben gezienwaarschuwt men wel elkanderwanneer een
klein plaatselijk museum niet den tijd waard isdien men
door een bezoek verliest. Allen prijzen onze conditionneering
en Hollandsche zindelijkheid. Nog onlangs zag ik te St.-Ni
colas het kleine oudheidkundig museum van het land van
Waes. Zij prijken daar met de globes van Mercator en zijne
kaarten en met vele fossilia, omdat daar de Gallo-romeinen
hebben gewoondtoen Zeeland als het ware nog niet bestond
maar het uiterlijk voorkomen is met het onze niet te verge
lijken er was zelfs nog geen cataloog. Waren al onze be
zoekers slechts nieuwsgierigen geweest, dan zou het nog niet
veel in ons voordeel beteekenenmaar ook de mannen van
wetenschap zoeken ons op. Voor eenige jaren hield de kun
dige Ceramiek-kenner De Bastelaer zich onledig met kopieën
te nemen van enkele onzer potten en kannenen kwam uit
St. Evreu D3. Philippe Rey, uitsluitend om de Zeeuwsche
schedels te zien. Onze verrekijkers, die wij voor 50 jaren
ook nog niet bezaten, of ons zoogenaamd primitief microscoop,
zijn opgevraagd voor tentoonstellingen in LondenDelft en