53 verleent aan Arent Roggeveen en zijne medestanders over de Australische zee, ofte beter geseght het onbekende gedeelte des Werelts. gelegen tusschen den meridiaen der Strate Ma- gellanes Westwaart tot de Meridiaen van Nova Guinea, soo Noordtwaert als ZuydwEert: mitsgaders de articulenwaernaer een yder, die eenige sommen geldts inteekent, hem sal hebben te reguleeren, beneffens een kaerte van 't selfde District. Be schreven door den voornoemden A Roggeveen, Middelburg, 1676." Evenwel had door gebrek aan genoegzame deelneming om de kosten der uitrusting te bestrijden de ontdekkingsreis destijds geen voortgang en Arend Roggeveen overleed in November 1670, zonder zijn vurigen wensch te hebben ver wezenlijkt gezien. Van zoodanigen vader ontving Jacob Roggeveen zijne zee vaartkundige opleiding; echter is overigens niets van zijne jeugd bekend, dan dat hij aanvankelijk voor de studiën werd opge leid. Het jaar 1673 bracht hij door op de Latijnsche school te Middelburg, doch in den aanvang van het volgende verliet hij deze. Zeker is hetdat hij aan de een of andere Protes- tantsche Hoogeschool, vermoedelijk in Frankrijk, den graad van meester in de rechten verkregen heeft, maar bovendien legde hij zich op de godgeleerdheid toe en was later de vrij zinnige grondbeginselen van Ds. Pontiaan van Hattem toe gedaan Aanvankelijk schijnt hij niet te Middelburg gewoond te hebben, maar van 1603 tot zijn vertrek naar Oost-Tndië, vermoedelijk in 1 706was hij in die stad notaris. Door de O. I. Compagnie werd hijomstreeks laatstgenoemd jaar tot Raad van Justitie te Batavia benoemd, in welke betrekking hij tot Augustus 1714 gehandhaafd bleef; waarschijnlijk heeft hij zijne taak tot genoegen van de regeering volbrachtanders zoude het tegendeel wel door zijne vele vijanden zijn uitgeschetterdwant de vervolging der vrijzinnigen woedde op Walcheren bij zijne terugkomst met volle kracht De uitgaaf der leerredenen van de Hattemisten onder den titel: «De val van Js werelds afgod, of het geloof der Heiligen zegepralende over de leer van eigen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 103