66 Sondags smorgens onderzeyls weer, by dikke lugtregen; maekten zeylssette fock en marszeyls bygenerale coers en verheyt WestJNoort 18 mylen. Tegen den avent deed de commandeur zeyn van ('t) gront; ik was ver agteruyt, liet bet daerdoor staengaf mijn geen tijt om te loodenquam ten agt uuren by deselvewerp doen gront op 48 vaam vermengt met witte gebraekte schulpjes, lieten met de(n) anderen voor gestreke marszeyls en de onderzeylen in de gy Westwaers heen loopen, eerste wagt x) stilletjens, badde de diepte van 87 vaam; de gront roode keyseltjens witte gebraekte schulpjes, vermengelt met witte krael. 10 November. Coers. Verheit. Gegiste Z. B. Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. W.t.N.'/iN. 13Va 22° 15' 333° 39' Noordoostering Z.Z.O. Sien de cust van Brazil. 10° O.Z.O. Vangen een dolfijn. Z.Z.W. Observere Caap Frio. Z. Met sonsondergang Caap Frio. Z.W/aW. 6 mylen van ons. Z.Z.O. Maandagh morgens in de hondewagtvariabel en stilsware dyninge, diep 37 vaem grof grauw zand, met den dagh een kleyn lughtien. Sagent land, twas nevelagtig en somwylen vogt; vangen een dolfijn en ging met deselve aen boort van den commandeur, waermede ik seer welkom was, en waermede wy ons middaghmael deden, heel dampig en stil, konde geen bescbeyt vant lant zien. Generale coers en verheyt W.t.NfN., 13J myle, hadden de diepten van 35, 34, 33, 32 vaem groenagtige stekgrondmet een weynig sant vermengt. Naer- middagh een kleyn lughtienobserveerde met sonsondergang Gaap Frio int Z.W.JW. 6 mylen en de eylandde Salvador o. d. ancora int W.Z.W.JW. 4 mylen, wende ten half seven om de Z.O., hadde weynig wint; het land benoorden Caap Frio is zeer hoog en aen veel bergen kennelijk met de vertooninge van veel eylanden. Snagts stilletjens, diep 30 vaem groene stekgrond. Van acht uur tot middernacht. a) Van middernacht tot vier uur.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 116