72 uyt hun werk gebragt hadden. Snagts travadig met donder en blixem. 19 November. Woensdagb smorgen heel goet weer, gingen heel vroeg weder uyt vissen en sonde de boot om water, vangen wederom overvloet van vissen, kregen een koebeest met eenige groenten aan boort, zijnde het meeste gedeelte wilt porceleyn, en 't koe beest scheen de doot self te verbeelden. Snagts goet weer, wierden geweldig van de musscbieten en diergelijk ontuyg geplaegt. 20 November. Donderdagh morgen stil met regenlieten de boot aan boort blyve, doordien de stroom soo hart om de Zuyd ging, waer door se de waterplaats niet soude hebben konnen krygen. Naermiddagb variabel met frisse coelte. Cregen een weynigh groente. Snagts stilletjens. 21 November. Vrydagh smorgens heel vroeg de vaertuygen uyt vissen (ge zonden) waerover de inwoonders seer gebelght warenwilde ons by nagt niet aan lant hebben. Iladde op ons wille schieten vongen veel vishadden regenagtigh weerbragten na de mid- dagh onse zieken aan de wal om beter herstelt te kunnen worden die wy in eenige buysjesdie leeg op 't eyland omtrent de waterplaats stonde, dede lazeere 1), daer wy se van alles be- sorgde, dat tot de sieken diende, benevens de onderserugijn (met) medecijn en (de) opperserugijn gingen daer ook dagelijkx met ons vaartuyg naer toe. Wy haalde daer ook ballast om de rankbeyt te verbeteren en eapte dagelijkx brandhoutsnagts regen. 22 November. Saturdagh de wint Zuyd. Cregen heel vroeg een os van de waldie wy slaghte en verdeelde. Na de middagh variabel met donder, blixem en regen. Crege tydinge van de wal dat de Logeeren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 122