83 zuyden, sonneschynent weer. Generale coers en verheyt Z.Z.W. 15 mylen, bevonden ons door observatie aan de zon meer zuvd gewonnen te hebben dan de gissing, schreven sulkx door de stroom toegecomen te zijn, die hier schijnt om de zuyd te loopen. Sagen veel gevogelte als ook vele landgedierte als witties, schoenlappertjens, uyltjens, spekmofven en meer andere diergelijke soorte. Houden aan boort van den commandeur ordinaire raed, daar (men) soowel den eenen als den anderen gerecommandeert wierden, om wei op malkanderen te passen, dewijl de expeditie daer veel aan gelegen was en (dat) de seynen, die den commandeur by dagh, nagt ofte mist quam te doen, prompt te beantwoorden, gelijk ik, tot heden toe, seer perti- nentelijk heb nagekomenen alles nauwkeurig geobserveert wat den commandeur is komen te doen. Naermiddaghs en snagts stilteholle zee. 15 December. Coers. Verheit. Gegiste Z. B. Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. Noordoostering Z.W. 16. 37° 6' 329° 40' 37° 37' 15° N. Sagen veel gevogelte. N.t.O. Sloegen andere zeylen aan. N.N.O. Coers verandert. N. N.W. W. Z.W. N.t.O. N.N.O. Z.O. Maandagh slappe marszeyls coelte. Cregen ten 5 uuren de wint van vorenstreken de marszeyls en gyde de onder- seylen Bleven alsoo tot 8 uuren in stille dravwinden leggen sonder ofte weynig te vertieren 1). Begon tegen de middagh een moy lughtien, sagen een zeeduyvel, by sommige een zeekoe genaemt en een menigte meeuwen van alderley soorte. Hadde Ons te verplaatsen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 133