110 Winden. N.N.O. N. N.N.W. N.W. N.N.W. N. N.N.O. N.O. N.O.t.O. N.N.O. Maandagh smorgens of snagts labbercoelte van 't noord oosten met regen en mist. Ten 5 uuren begon het gestadigh te regenen, waaronder de wint was aannemende met vermin- deriuge van mist. Voormiddagh weder duyster met vogt. Om trent de middagh heldere sonneschijn met matige marszeyls coelte. Generale coers N.W. 8 mylen. Wenden noordoostwaars Na de middagh de wint ten 4 uuren weder beoosten 't noord. Wenden weder om de west, nogh ongestadig met regen en sware dyninge van 't noordwesten. 3 Februari. Coers. Verheit. Gegiste Z. B. Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. Noordoosten ng N.W.t.W. 6. 49° 31' 291° 5' 15° N.N.O. Sagen veel groote meeuwen. Z.W. W.Z.W. Z.W. Z.t.W. Z.Z.W. Dinsdagh smorgens of snagts slappe marszeyls coelte, tegen den dagh stilletjenssware noordelijke deyningh. Voormiddags dootstil met een overtogen lught en somwylen sonneschijn. Sagen verscheyde grauwe zeemeeuwen x), die met haar vlerken de breete van 7 a 8 voet kunnen beslaan. Ten 10 uuren begon 't gestadigh te regenendat tot omtrent de middag duurde wanneer we heldere sonneschijn kregen. Generale coers en verheyt N.W.t.W. 6 mylen. Na de middagh een kleyn coeltjen Albatrossen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 160