125 3 Maart. Dinsdagh smorgens redelijk weer met kleine valwinden. Ver- setten onse ankers en bragten een halve bootladingh brant- liout aan boort. Snagts goet weer. 4 Maart. Woensdagh smorgens tamelijk weer, bragten een halve boot lading branthout aan boort. Snagts sterke valwinden. 5 Maart. Donderdagh smorgens redelijk weer met saghte valwinden. Namen aan boort van den commandeur resolutie over eenige coersendie we moghten zeylennadat we van hier vertrokken soude zijn. Snagts goet weer. 6 Maart. Vrydagh smorgens redelijk weer, kregen somwylen eenige sterke valwinden, bragten drie booten met water aan boort. Snagts stilletjens. 7 Maart. Saterdagh smorgens een grauwe lught met weynigh sonne- schiju. Matige valwinden, haalde twee booten met branthout aan boord. Snagts sware valwinden. 8 Maart. Sondagh smorgens harde valwindenhaalde twee booten branthout en een met water aan boort. Snagts matige val winden. 9 Maart. Maandagh smorgens heel kleyne valwindenlieflijk weer. Maakten schip van onderen schoon, zoo net als wy konde en haalde een halve bootsladingh branthout aan boort Snagts heele kragtige valwinden, waardoor ons tuyanker doorgingh. 10 Maart. Dinsdagh smorgens redelijk weer, haalden twee booten brant-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 175