169 hy seyn deedgesien hadden soodat we niet konde weten of ky seyn gedaan hadde om over stuurboort te dryven of te wenden, want dese seynen behelsen, volgens den seynbrief, yder een schoot, dogh met onderscheyt van vuuren, welke we door de bovenstaande oorsaak of donkerkeyt niet hebben konnen observeren. Ik wende evenwel en hieuw tot half twee noord oost heen, omdat ik hem omtrent op die streek laast gesien had, soo giste ik niet (ver) van hem te zijn. Wende daarom weder zuydwaars en liet met kleyn zeyl dryvenomdat we ter weerelt geen gesigt hadde. Hoorde onder 't opbrassen een seyn doen die ik immediaat beantwoordezijnde maar even te loevert van ons, sooals wy 't aan 't blikvuuren en schieten conde zien en hooren. Met den dagh nam de coelte en zee meerder aan. Hadden den commandeur een weynigh te loefwaard agter onsnamen de derde reven in de marszeyls eu maakte het voormarszeyl vast. Ontdeckten ten 7 uuren een eylant in 't K.t.O IJ mijl van ons, soodat we van de nagt seer veel gevaar van schipbreuk hebben uytgestaanwant we sijn daar maar even boven heen gedreven. Dit eylant is tamelijk hoogh en scheen schier oost en west te strecken. We noemden 't Onwetent Gevaar. Wenden smiddags om de noordoost, ruwe couw en groffe zee; naderde 't eylant. Wenden namid- dagh ten 4 uuren weder zuydwestwaars daarvan af Snagts betrocken lugt, holle zee. Generale coers en verheyt tot mid- dagh Z.W.t.W. 15 mylen. 2 Juni. Coers. Verheit. Gegiste Z. B, Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. Noordoostering N.t.O. 5. 15° 50' 214° 20' Z.O. De noordhoek N.O. en de zuydhoek Z.O. 2'/2 mijl. Z.O.t.Z. Doen een visite aan 't eylant het Onwetent Gevaar, sonder iets Z.O. op te doen dan alleenlijk eenige kleene blaatjens van deselfde soort als op Schadelijk Eylant. Dinsdagh smorgens of snagts styve gereefde marszeyls; ten Makatea, het Verquiekingseiland van Roggeveen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 219