175 aghteruyt, dat wy 't selfde schip nogh vuren van hem oonde zien't geen alle mijn volk tot de minste matroos incluys sullen verklaren, seggende dat den Arent op soodanigen wys soo gemakkelyk als een blind paard in de Indies coude comen; en wat het salveren van den heer Roggeveen kan helpen by donkere nare nagtendaar hy hem altijt soo verre agh teruyt (h)out. Want we souden met soodanige styve coelte dikwijls schip en leven quijt zyn, eer hy er 't minste van wist en wat souw dan zijn hulp te pas komen en men soude nauwelijkx tijt hebbenom aan Godt te deukenals we op sulke rotsen quamen te vervallen, als wy ontmoet hebben. Sullen evenwel op sijn ordre voorzeylen. 9 Juni. Coers. Verheit. Gegiste Z. B. Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. Noordoosten ng W. 36. 15° 36' 204° 17' 5° Z. O.I.Z. Z.Z.O. Dinsdagh smorgens styve marszeyls coelte, holle zee minder gevogelte. Sien veel vliegende vis, die we tot nogh toe maar enkel in dese see vernomen hadden. Vangen 10 crets. Suagts contmuëel van weer en wint. 10 Juni. Coers. Verheit. Gegiste Z. B. Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. Noordoostering W. 42. 15° 36' 201° 22' 5° Z.O. Z.O.t.O. O.Z.O. Z.O. Woensdagh smorgens stijf gereefde marszeyls, holle zee uyt den zuyden met een bewolkte luglit. Vernamen geen vis of gevogelte. Snagts sterreligt weer. 11 Juni. Coers. Verheit. Gegiste Z. B. Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. Noordoostering W. 38. 15° 36' 198° 44' 5° O.Z.O.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 225