180 hoog noodigh van doen hadden om met deselve tussen Gillolo en Nove Guinea door te comen en by aldien ons sulkx miste dat we dan onmogelijk de reys (niet) conde crygen en daarmede deselve ten minste een half jaar verlengenwaartoe we geen fictualie hadden en dat er maar zeyl gevoert mogt werden om wegh te spoyeu. Stelde onse coers een streek noordelijker; hadden moy lief weer met bequame marszeyls coelte. Generale coers en verhevt tsedert 't Boumanseylant W.t.N.JN. 24 mylen. Ontdeckte snamiddags ten dry uuren een ander eylant in 't W.Z.W., meest van deselfde gedaante, dogh wel soo hoogh, sooals we van top konde zien en veel langerleggende wat suydelijker in 't gesigt van malkanderenwant we sagen se beyde tegelijkhebbende s'avons met sousondergangb 't wes telijkste eylant in 't W. van ons. Konde niet sienhoe ver het was strekkende. Hadden hier seer kleyne dyuinge uyt den noordoosten en mits we niet sien conde, hoe ver dit lant westwaars strekte, con dit het lant van du Quir wel wesen. Wenste wel, dat we dcse eylandeu aangedaan hadden, toen ik het voorstelde, want ik had van deselve goede verwaghtingen in mijn gedaghten. N.B. Den commandeur gaf het eerste land de naam van Tienhoven en 't ander Groeningen. VERBETERING. Ue oud-luitenant ter zee C. Craandijk, hydrografisch teekenaar hij het Depar tement van Marine, maakte bij de samenstelling van de hierbij gevoegde kaart (zie blz. 59) geen gebruik van de door Dr. W. van Bemmelen bij zijne studie vervaardigde. Met de gegevens uit Dagverhaal en Scheepsjournaal diende Prof Dr. C. E. Meinecke's Jacob Roggeveen's Erdumseglung als leiddraad. Land van de Quiros, het (denkbeeldige) Zuidland, dat deze Spaansche vlootvoogd in 1606, van het eiland Espiritu Santo (Nieuwe Hebriden) af, meende te zien.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 230