TOEVOEGINGEN ENZ. Aangezien Bouman's scheepsjournaal een aanvulling vormt van het in 1838 door het Zeeuwsch Genootschap uitgegeven „Dagverhaal der Reis van Mr. Jacob Roggeveen" kan het zijn nut hebben te vermelden, dat alles wat voor dat jaar omtrent het Paasch-eil., de Samoa-eil., Juan Fermandez-eil. en de Falklands-eil. bekend was, is samengevat in Dumont d'Uryille's „Voyage pittoresque autour du monde" (Parijs 1834) I. blz. 508 (Platen LX1I1), II. blz. 16 (Platen I), blz. 537 (Platen LXVI) alsmede blz. 541 (Platen LXVII). Voor bijzonderheden betreffende de ontdekte eil. zie overigens o. a. Prof. Dr. O. E. Meinecke, Die Insein des Stillen Oceans, Leipzig 1875, alsmede: „Sailing directions for the Pacific-Islands" en de zeekaarten der Britsche admiraliteit (welke welwillend ter beschikking waren gesteld door den souschef der afd. Hy- drographie van het Dep. v. Marine, den Kapit. Luit. t./z. titulair J. M. Phaff). Men vergete daarbij niet, dat Bouman's lengte-opgaven, door misgissing, aanmer kelijk foutief zijn. Blz. 55 regel 15 vlg. staat„Bedriegelijke Eilanden" en „Schadelijke Eilanden" (2 maal), „Manoehi", lees„Bedriegelijk eiland", „Schadelijk eiland" en „Ma- nihi". De schepen voeren in het zicht van en benoorden langs de Gezelschaps eilanden. (Zie blz. 173.) Blz. 75 noot, staat-. „Daghrcgister", lees„Dagverhaal van Mr. Jacob Rog geveen". Blz. 103 noot, staat-. „Caindeu-eil. bewesten Vuurland", lees„een dusgenaamd eiland (Cap Noir) ten Noordwesten van Vuurland (Isha del Fuego). Vgl. FrÉ- zier ingenieur des Konings van Vrankrijk, Reisbeschrijving door de Zuidzee langs de kusten van Chili, Peru en Brazil (17121714) Ned. vertaling van Isaak Verburg (uitg. Amsterdam 1718) kaart op prentverbeelding XXXIIdit boekwerk bevond zich aan boord der schepen. (Zie Dagverhaal van Mr. Jac. Roggeveen.) Blz. 131 noot, staat,-. „Karet (schildpad"), lees-. „Cret of bonijt, witte tonijn". Blz. 137 noot, staat: „blz. 139", lees: „blz. 140 vlg". Toevoeging: De beelden zijn uit trachyt en lava gehouwen; het eiland is een sedert eeuwen uitgebrande vulkaan. Blz. 142 noot Toevoeging De kleeding werd gemaakt uit den bast van den papiermoerbezieboom en met curcuma of koheria populnea geverfd. Blz. 143 noot: „Te Pito te Phenoea" bet.„land midden in zee". (Paoemotoe bet. -. „"Wolk van eilanden"). Zie ook: H. Stolpe, Ueber die Tatowirung der Oster-lnsulaner, Festschrift des Kön. Zoolog. uud Anthr.-Ethnogr. Museums zu Dresden, Berliu 1899; Thomson, Te Pito te Henua or Easter-Island, Smiths Rep. U. S. Nat. Museum 1889; Tepano Jaussen (bisschop op Tahiti), l'lle de Paques, Paris 1893. Blz. 144 noot, staat: „zag in 1689 afgedreven zijnde", lees: „boekanier, zag

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 232