133
de belangrijkste veranderingendie de rand van het eiland in
de vroegste jaren ondergaan had. De grafelijke rekeningen
berustende in het Rijksarchief-depót in Zeelandschenen mij
daartoe eene der weinige bronnen te zijnen inderdaad zijn
daaruit ook belangrijke gegevens te trekken. Maar voor de
samenstelling van een volledig en in alle opzichten nauwkeurig
overzicht zijn deze rekeningen niet geschikt. In de getallen
van de grootte der ambachten, die zoo dikwijls grondslag van
berekening moesten gevenkomen in de rekeningen vele mis
stellingen voor, daarbij zijn zij niet altijd onder het juiste
ambacht gerangschikt. Men neme ook de jaartallen niet te
precies; veelal zal het feit van eene inundatie een jaar of meer
vroeger hebben plaats gevondendan waarop de grond in de
rekening wordt afgevoerd, terwijl het verlies aan vervlogen
duinen ook niet geschied zal zijn bij tusschenpoozengelijk
schijnt, doch gaandeweg. Jammer is het vooral, dat bij de
aan de kust gelegen ambachten geen scherp onderscheidzon
der uitzondering, is gemaakt tusschen verlies aan //uutslaghe"
en //vervlogen dunen." Bovendien verliezen sommige am
bachten plotseling in grootte, zonder dat de reden wordt ver
meld. Het was dus alleen mogelijk een benaderend overzicht
te maken van hetgeen er in de middeleeuwen aan den rand
van Walcheren is geschied, en het scheen gewenscht dit
meer publiek te makenwaartoe de uitgave van de memorie
van Arent Janszoon' Boom de gelegenheid biedt.
Ongetwijfeld zijn er in den tijd der Republiek ook inun-
datiën geweest, maar bij het leggen van binnendijken werd
ook de buitendijk in orde gebracht en dus geen grond prijs
gegeven. Evenzeer is er schotbaar land als //vervlogen dunen"
afgevoerddoch het bedroegvoor zooverre blijktbetrekkelijk
slechts weinige gemeten. Over het algemeen het springt
in liet oog houden de verliezenzoowel aan #uutslaghe"
als aan //vervlogen dunen" in de 15ae eeuw op, dank zij vooral
de meerdere zorg van het latere dijksbestuurof wellicht
juister, het optreden van een daadwerkelijk bestuur.