160 Deze voortbrengselen van oude onbeschaafde kunst vertoonen zeer sterk het Aztekentypeterwijl twee minder goed uitgevoerde houten beeldjes, vrouwelijke «ancestral figures" voorstellende en eveneens van genoemden heer afkomstig, een Polynesisch karakter dragen Het Aztekentype is ook sterk waarneem baar bij een daar aanwezig afgodsbeeld («house idol"), herkom stig van de Chincha-eilandenwaarheen eertijds vele Paasch- eilanders tegen hun wil door guano-exploitanten zijn vervoerd. Oppervlakkig beschouwdzoude de afstamming der eilanders en hunne oer-besehaving ook aan «Maya-influence" toegeschre ven kunnen worden, waartoe reeds Amerikaansclie bezoekers van het Paasch-eiland gekomen zijn. Welke Nederlandsche ethnograaf brengt deze aangelegenheid, in verband staande met een Nederlandschen ontdekkingstochttot klaarheid P 4°. «Potskoppen" zijn geen potvisschen (t. a. p. biz. S9 noot) maar «Butzköpfe" (Orca); «cret" (id blz. 131 noot) is geen samentrekking van «caret" (schildpad), maar van //eoret" en evenals met «halve coorde" (albacore) op blz. 154 wordt daarmede een soort zeemakreel aangeduid. P. E. M. II. EEN BESCHRIJVING VAN ZEELAND UIT DE EERSTE HELPT VAN DE 1.6' EEUW. De hiervóór blz. 136 noot 3 genoemde Descriptio Belgicae Inferioris van 3 Augustus 1629, opgenomen in Gisbert Brom, Archivalia in Italië II ('s Rijks Geschiedkundige Publicatiën, kleine serie no. 9) bevat bl. 8 v. o. het volgende over Zee land. De ongenoemde schrijver, een Italiaan, geeft, na pas de Noordelijke Nederlanden en Zeeland te hebben bereisd, in briefvorm (uit Amiens) een merkwaardige beschrijving van dat land en de levenswijze aldaar. De aanvang waarin o. a. de vraag wordt besprokenwelke

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1912 | | pagina 216