79 K. T{. Begraafrecht betaald op 17 December 1652 over -Tan de Groote. 31 October 1654 over de weduwe van Jan de Groote. 20 .Januari 1656 over Jan de Groote. I). B. (van Middelburg). 3 Augustus 1596. Daniel, zoon van Daniel de Renialme en Elisabeth de Yriese. 28 April 1599. Anjia, dochter .van Daniel de Reniaulme. L. B. (van Ylissingen). Maart 1616. Zuidzijde. Anna de Renialme, j. d., van Middclburgliwoonende by Ingel .Jans- sen de Moor, (vertrokken naar Middelburg). 27 Juni 1651. Bierkaai. Joan de Groot (en) Anna R en j al me, ux(or), met attestatie van Cales. R. O. Volgens Vrouwe Lambrechtsen 30 Januari, 14 Februari 1649. Jan de Groote, j. g., van Aerdenburch, met Neeltje Cornelis, j. d., van Vlissingen, wonende over de Sasbrugge. Z.w. Isaac M eisen, bekende. H.w. Ne el tie Jans, moeder. R. P. Poorters Matt hijs de Groote, van Lubeek, 25 Februari 1574. (Hij woonde, A° 1577als huurder, op den Nieu- wendijk, wijk H no. 89, nu no. 47). Abraham de Groote, van Yperen, 23 April 1613. Antheunis de Groote, van Yperen, 22 April 1626. Jan de Groote, van Gent, 2 Juni 1651. 94. G. S. nos. 299 en 300. (Een heraldieke zerk zonder opschrift). x) G. B. nos. 299 en -300. Breed 4x/2 en 21/.>samen 7 voet. Eigendom 4 Augustus 1627 van Jan Gijselinck. „Deze bovenstaande graven belmoren aan Cornelis de Ruij- te r, 2) lid van den Raad der stad Vlissingen, Kerkmr. enz. en aan deszelfs erfgenamen, volgens resolutie der Kerkel. Financieele 1) Deze zerlc bevat in een cirkel een helm, dragende een man met slagvaardig zwaard, omgeven door bladlofwerk, met twee uitloopende linten een mannelijk en vrouwelijk blank schild, zonder eenige benaming, dragende. 2) Bij de opruiming, a° 1912, i.s gevonden een grafkelder met tegels bezet en daarin een eikenhouten kist, aan de noordzijde. De zerk was 190 bij 223 c.M. Dit was het familiegraf van mijn grootvader Cornelis de Ruyter. De kist moet het lijk van mijn grootmoeder, Jobina Elisabeth Corbel ij u hebben bevat. Zij was den 31 Augustus 1786 gehuwd met den heer Cornelis dc Ruyter, Cornz. Zij stierf 9 Maart 1803. Mijn grootvader, eens burgmr. van Koudekerke, werd begraven op het kerkhof, even buiten Koudekerke, in een door hein aangekocht familiegraf, volgens getuigenis van mijne ouders. Daarom zal de zuidzijde van den grafkelder ledig gebleven zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1913 | | pagina 123