168 gaf men op van geloof en onderlinge liefde; liet. ideaal was de gulden lentetijd der christelijke kerk; de palm des vredes had het zwaard vervangen. Zooveel doenlijk werd belangstelling gewekt voor missionairen arbeid in de richting door ds. Wittbveen aangegeven. Vooral in de eerste zes jaren ging alles naar wenschs Er ontwikkelde zich onder de „broeders en zusters" zoo sprak men elkander bij voorkeur aan eene activiteit, welke van belangstelling en opoffering getuigde en gesteund werd door eene offervaardigheid, niet ongelijk aan die waarvan het evangelie ons eene proeve biedt in het penningske der weduwe. Zondagsscholen werden de eene na de andere gesticht, eene bloeiende jongelingsvereeniging met. ds. Mooy als voorzitter kweekte zendingsgeest en vuurde dien aan; zelfs verrees 11a een betrek kelijk luttel aantal jaren eene vrij bloeiende christelijke school de tweede in deze stad 2). 1) In het begin bestond er slechts ééue Zondagsschool, n.l. die van wijlen mevrouw Lantsheer, welke mevrouw veel in de kringen der zendingsvrienden verkeerde. Zij werd des Zondagsnamiddags gehouden op het buiten „Gaternisse," even buiten de toenmalige Vlissingsche poort, en wel in een der kamers en ook in het tuinhuis, in welken arbeid ook de dochter, mej. M. J. F. W. Lantsheer te Oostkapelle mede behulpzaam was. Later kwamen er meer Zondagsscholen. 2) De eerste christelijke school binnen Middelburg, die in de Gravenstraat, is gesticht door de christelijk Afgescheiden gemeente. Ze werd geopend 15 Sept. I860 (hoofdonderwijzer destijds dhr. Verse velt). Reeds een achttal jaren vroeger was de zaak van het chr. schoolonde rwijs in den kerkeraad ter sprake gekomen. Samenwerking had men later gezocht met ds. P. v. Dltkk, predikant der oud gereformeerden, met jhr. W. Verslui.ts van St. Jan ten IIeere, alsmede met de „Vrienden der Waarheid." Doch te vergeefs. Vaccineverplichting was een der bezwaren, voornamelijk van de zijde der oud-gereformeerden. Toen besloot ge noemde kerkeraad zelf de handen aan het werk te slaan en eene school te openen. In het stichtingsjaar telde de school reeds 125 leerlingen, onder welke ook uit naburige gemeenten. Vele jaren later werd zij aan eene vereeniging overgedaan, welke thans een tweetal scholen bezit u 1. die in de Gravenstraat en eene voor M. U L. O. op de Heerengracht. De geschiedenis van de school der zendingscommissie is in 't kort deze: In het najaar van 1865 werd dhr. J. C. Luittngh, onderwijzer aan de school voor on- en minvermogenden in de Langedelft (hoofdonderwijzer destijds dhr. Gouka), die veelszins met ds. Mooy sympathiseerde, en hoewel lid der Hcrv. kerk, meest op de Rouaansche kade kerkte, door dezen aangezocht, om als hoofdonderwijzer eener door de zcudingsgemeente op te richten school op te treden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1913 | | pagina 212