17a l)e redactie der Middelburgsche Courant heeft mij destijds ver zocht deze merkwaardige beschrijving door een Hollandsche ver taling meer voor ieder toegankelijk te maken. Ik heb dat werk toen gaarne op mij genomen, maar merkte onder het vertalen, dat in het Latijn nog al onduidelijkheden voorkomen, waarvan ik in de aanteekeningen uitleg heb gegeven. Hier volgt dus in hoofdzaak een herdruk van mijne vertaling voorkomende in de Middelb. Courant van 25 Dec. 1912 alsmede een en ander uit het .Naschrift op die vertaling, uit de Middelb. Courant van 11 Jan. 1913. Uit het begindoor dr. K. niet opgenomen wil ik toch nog iets vertalen. De ongenoemde briefschrijver, die zeer belezen blijkt in de oude schrijvers over Gallië en Germanië, zegt het niet eens te zijn met hen, die beweren, dat de Zeeuwen denude Cimbren zijn; het zijn volgens hem veeleer de Canninefaten en 'banken. De Cimbren acht hij „die volken, die wij gewoonlijk Denen, Gothen en Oosterlingen noemen, die in het koninkrijk Noorwegen en bij de Baltisclie Zee wonen." x) Dan gaat hij door Ik heb in die (d.w.z. de Zeeuwsche) eilanden een groote menigte kooplieden aangetroffen, die daar voor handelsbelangen waren gekomen, uit alle Noordelijke landen. Deze voeren was en honing bij ons in, waarover ik mij niet weinig verwonderde, daar zij een zeer koude landstreek bewonen. Toen ik henzelf derhalve de verklaring hiervan vroeg, vernam ik, dat de dagen bij hen veel langer zijn en dat zij niet evenveel last hebben van die woestheid van winter en zomer als wij en dat er overal bij hen in de eenzame wildernissen honing verzameld wordt. (Na een korte uitweiding volgt nu De provincie Zeeland zelf omvat vijf slechts kleine eilanden; het vruchtbaarste van deze heet Walcheren. -) Ik vermoed, 1) Ik lees D a n o s voor Dacos en Norvegia. Tijdens de vereeniging der zg.n. Noordsehe rijken heetten hun vorsten: koning van DenemarkenZweden .Voorwegen en van de Gothen (het tegenwoordig Zuid-Zweden), zooals blijkt uit een ander stuk in hetzelfde deel der Archivalia (II blz. 25). 2) Valehia. De ongenoemde Italiaan geeft zelf op den klank af aan de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1913 | | pagina 217