II wij thans na eene kwarteeuw niet alleen geene nieuwe schuld aangegaan, maar van onze rentelooze leening ad f 9900 nagenoeg afgelost. Binnen den gestelden termijn zal daardoor het gebouw schuldvrij zijn, wat wij in de eerste plaats aan het voor zichtige beleid van Bokker te danken hebben. En de Zelandia lllustrata! Toen die verzameling juist 50 jaar geleden was aangekocht en nog lang daarna, ging de faam, dat de collectie geene aanvulling behoefde, daar zij immers volledig was. Bokker heeft het ons wel anders geleerd, niet door het ons te zeggen, dat lag niet in zijn aard, maar door te handelen: welsprekend leggen daarvan getuigenis af de drie vervolgen op den besclirijvenden Catalogus der Zelandia, welke gedurende zijn conservatorschap het licht gezien hebben. En moge ik het er aanstonds bijvoegen, de onder zijne leiding verkregen aanwinsten vormen niet het minste deel der verzameling, althans uit een artistiek oogpunt. Bokker leefde als het ware voor het genootschap, dat geheel zijne liefde bezat en al zijn vrijen tijd in beslag nam. Hij was daarin een waardig zoon van zijn voortreffelijken vader, den vroegeren voorzitter des genootschaps Dr. A. A. Bokker, aan wien hij met zoo groote piëteit gehecht wasbij heidendezelfde speurzin, dezelfde arbeidslust, dezelfde hartstocht voor volledig heid, dezelfde nauwkeurigheid. Aan ons, om die dubbele nage dachtenis te eeren, door hunne toewijding aan het genootschap na te volgen Behalve den heer Bokker hebben wij als directeuren te betreuren de HH. .T. Hosang, J. Luteijn en A. M. Tak en als leden de HH. J. J. M. de Borst Verdoorn, Prof. Dr. S. Cramer, Dr. Joh. Dyserinck, Dr. B. E. van der Hieghen, Dr. W. Lamers, E. W. Moes, H. K. Persant Snoep, J. R. Planten, J. Schotel, P. J. Siegers, A. A. Vorsterman van Oijen en Dr. W. J. C. Wagner. Op één na namen alle (31) in de Algemeene Vergadering benoemde nieuwe leden hunne benoeming aan. Echter verzocht de heer Mr. A. Mijnlieff als directeur aangemerkt te wordenwelk verlangen later ook door den heer J. Terpstra werd te kennen gegeven, terwijl in het begin van 1913 als directeur toetraden de HH. Mr. J. A. Bokker en E. W. Hendrikse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1913 | | pagina 4